En als ik bedacht dat mijn vader van al deze mannen de meest koppige was, hulpeloos gebonden aan zijn betere ik en de buitensporige eisen daarvan. Toen pas begreep ik dat hij zijn baan niet alleen maar had opgegeven omdat hij bang was voor wat ons te wachten stond als wij ons net als de anderen zouden laten herplaatsen, maar omdat het hoe dan ook in zijn aard lag zich door hogere machten die hij corrupt achtte niet te laten koeioneren – in dit geval, niet te vluchten naar Canada, zoals mijn moeder graag wilde, en evenmin te buigen voor een overheidsbevel dat apert onrechtvaardig was. Er waren twee soorten sterke mannen: mannen zoals oom Monthy en Abe Steinheim, meedogenloos als het op geld verdienen aankwam, en zoals mijn vader, door dik en dun gehoorzaam aan hun opvatting van eerlijkheid.