Wat te melden op deze muisgrijze, doorgedruilde dag?

Droefnis en mistroostigheid? Mijn lief dat niet antwoordt? Tja.

Ik hang om te beginnen niet graag mijn vuile was buiten. Te nat.

Bovendien heb ik gewassen met het Gel Wasmiddel Parfum Agrum.

En voor de gemoedsrust toegevoegd, in het smalle linker bakje, Silan Lavendelgeluk met frisse parels.

Dus die was is wel degelijk proper. Hij hangt binnen te blinken van oprukkende droogte. Mijn huis ruikt zalig. Ik vergeet bijna mijn kopzorgen. Inherent aan de herfst. En aan een hechte relatie. Ondanks de rek die erop zit, springt soms de elastiek. Inclusief geen erotiek, nog minder seks. Ik klop op mijn kin tot mijn tanden knotsen. Maar blijf een positivo. Propere was.

En ook niet onbelangrijk, de Becel light gaf supplementaire boter vandaag in de Spar. Twintig procent extra voor de identieke prijs van 1 euro. Het geluk ligt in een botervlootje. Ik ging voor 4 stuks. Tel uit mijn stille winst. Dat loopt gesmeerd de komende dagen. Bovendien was er Pepsi Max in de nieuwe verpakking. Een futuristisch flesje. Met licht melancholische hals. Ach die kleine dingen en aan de kassa Rachel met haar blinkglimlach. Ik vroeg een klein zakje en kreeg er twee ingevolge haar zenuwtic. Te veel om op te vullen. Zoveel marchandise. Wat een luxe.

Bij ’t Krokantje was Frieda van dienst. Ze vroeg me vanalles. Nogal interessant. Dat plotse standpunt. Op haar manier had ze gelijk. Zonder paraplu. Open en bloot. De mening van haar décolleté. Zo had ik het nog niet bekeken. Maar anderzijds. Ze wast met Dash. Een vrouw met panache. We maakten tesamen een weersvoorspelling voor de week van 11 november. Na de regen komt Ibizza. Zij gaat acht dagen surfen met nonkel Flurk. Zo noem ik haar man Gust (uit Scherpenheuvel). Frieda is momenteel op de sukkel. Slopende nachten met 50 tinten grijs. En hare Gust die sputtert. Amaai.

Ik kan het allemaal niet in mijn hoofd steken. Die geschiedenis met mijn lief ontziet mij ook niet. Ik laat er wel mijn eten niet voor. En drink een overdosis Nespresso. Deed zij het echt express of waren het gewoon zotte kuren? Woelden haar loeten op? Gaf ik te weinig van mijn toeter? Who cares? Vanavond een paar uur strijken. En geen TV kijken. Anders geraak ik niet meer in de plooi. Het is mooi geweest, tot nu toe. Maar hoe moet het verder?

Want ik kan niet koken. Niet poetsen. Heb geen gevoel voor kleuren combineren. Zij ging mijn deuren nog verven. Mijn vest naaien. En ik kan mezelf geen tong draaien. Mijn boezem stelt niks voor om te strelen. Plat vlees. In bed meet ik haar imaginaire benen. Ik schiet tekort. Ik lig compleet naast de leegte. Wandel hopeloos naar de frigo. Eet van de koude. Slappe kost. Geen zout op mijn patatten. Flauwtes. Tasten in het duister. Naar de vrouw.

Het wasrek zwijgt en staart me aan. De kleren kijken donker vol verwijt. Materie van de stof die harten splijt. Zo stijf en roerloos lijkt de wereld opgedroogd. Zo voel ik mijn gestel. Als uitgezweette gesel van de regenzweep.

Ik had pertang de bui zien hangen. Buiten mijn bereik, vanbinnen in haar buik. De honger die daar knaagde en de dorst die ik niet laafde. Laf was dat. Ik laat het nabesluit aan nachten zonder slaap. Het wasvat wacht met trieste trommel. Op haar volle komst.