(…) Dit was niet de dans van een ontaard geslacht. Het was niet alleen het effect van fanatieke religiositeit. Het was in ieder geval gezondheid die in het geloof een aanleiding vond om tot uitbarsting te komen. De chassidische joden pakten elkaar vast, ze dansten in de ronde, lieten de handen weer los en begonnen te klappen, ze bewogen hun hoofden op het tempo van de muziek van links naar rechts, pakten hun thorarollen, zwierden ze rond als meisjes en drukten ze aan hun borst, kusten ze en huilden van blijdschap. Er lag erotisch verlangen in deze dans. Ik was diep ontroerd dat een heel volk zijn zinnelijke vreugde offert aan zijn God, het boek met de strengste wetten tot zijn geliefde maakt en lichamelijk verlangen niet langer kan scheiden van geestelijke genot, maar beide verenigt. Het was gave en overgave, dans als vorm van eredienst en bidden als erotisch exces.