Hij keek naar Tsjepyzjin. Tsjepyzjin zag dat zijn aandacht geveinsd was en vervolgde: ‘Ik denk dat er een grens is die de oneindigheid van het universum beperkt: het leven. Die grens ligt niet in Einsteins kromming, maar in de tegenstelling tussen het leven en de dode materie. Ik geloof dat het leven kan gedefinieerd worden als vrijheid. Leven is vrijheid. Vrijheid is het grondbeginsel van het leven. Daar loopt de grens: tussen vrijheid en slavernij, tussen leven en dode materie.
Vervolgens bedacht ik dat de vrijheid, eenmaal ontstaan, is begonnen te evolueren. Die evolutie volgde twee sporen. De mens heeft meer vrijheid dan het protozoön. De hele evolutie van de levende wereld is een beweging van een kleinere naar een grotere mate van vrijheid. Daarin ligt de essentie van de evolutie van de levensvormen. De hoogste vorm van leven geniet de meeste vrijheid. Dat is de eerste tak van de evolutie.’
Strum bekeek Tsjepyzjin peinzend aan. Tsjepyzjin knikte, alsof hij de aandacht van zijn luisteraar goedkeurde.
‘Maar er is nog een tweede, kwantitatieve tak van de evolutie, bedacht ik. Als de gemiddelde mens vijftig kilo weegt, dan weegt de mensheid tegenwoordig honderd miljoen ton. Dat is veel meer dan, zeg maar, duizend jaar geleden. De massa van de levende materie zal steeds verder toenemen, ten koste van die van de dode materie. De aardbol zal langzamerhand tot leven komen. Als de woestijnen en het noordpoolgebied volledig bewoond zijn, zal de mens onder de aarde gaan wonen en de horizon van zijn onderaardse steden en velden in de diepte blijven verleggen. Uiteindelijk zal de levende materie het overwicht krijgen op aarde. Daarna zullen de andere planeten tot leven komen. Als je je de evolutie van het leven in de oneindigheid van de tijd voorstelt, dan zal de verandering van levenloze in levende materie zich voltrekken op een galactische schaal. De dode materie zal zich omzetten in leven, in vrijheid. Het heelal zal tot leven komen, alles op de wereld zal levend zijn en dus vrij. De vrijheid, het leven, zal de slavernij overwinnen.’