“Het is over de hele wereld overal hetzelfde, we worden door de politie afgetuigd, de rijken proberen ons dat magere hongerloontje ook nog af te stelen, en wie zijn schuld is het?… Dio cane! Jouw schuld, mijn schuld.”

“Wij hebben de wereld niet gemaakt… Dat hebben zij gedaan, of God misschien.”

“God staat aan hun kant, net als de politie… Als de dag aanbreekt, maken we God af… Ik ben anarchist.”

(…)

“Ik zie nooit de dageraad,” zei Marco, en zijn stem ratelde in zijn keel, “zonder dat ik tegen mezelf zeg misschien… misschien vandaag”.