Dos Passos versus Neo Rauch (Bozar Brussel)
Gisteren zijn we naar de Tower geweest, een indrukwekkend moorddadig grijs, door raven bespookt militaristische kazerne gevangenis kerker gebouw; de Engelse luister achter tralies; de tuchtschool aan de achterkant van de geschiedenis; waar we hebben geëxecuteerd, gemarteld en gekerkerd. Gevangenen hebben hun namen fraai op de muren gekrast. En de kroonjuwelen, uitermate protserig, lagen te blinken en de ordetekens uitgestald als in de etalages van de juweliers in Regent Street. En we hebben toegekeken terwijl de Scots Guards exerceerden: een officier als een tijger in een kooi op en neer beende – een officier met een wassen pruikenbol, gedresseerd in een soort onverstoorbare evenwichtskunst. De sergeant-majoor blafte en vloekte. Bij elke hese blaf stampten en zwenkten de manschappen – als machines: toen begon ook de officier te blaffen: iedereen in de maat, van menselijkheid ontdaan, het beste beentje voor. Een vernederend, verbijsterend gezicht. Maar wel passend bij de grijze muren, de kasseien en het hakblok van de beul. Mensen zaten op de rivieroever tussen oude kanonnen. De trappen en zo zijn wel erg romantisch: een kerkerachtige sfeer.