Aan het eind van een TV-interview kondigt zanger Daan een nieuw nummer aan, een politieke protestsong, een morele aanklacht. Daan spuwt zijn gal uit over de voorbije bombardementen van Israël op Gaza (Hamas).
Daan beweegt zich hier met zijn verontwaardiging in de comfortzone van de veilige linkse kerk. Hun discipelen staan stijf van de politieke correctheid. Een stugge kudde schapen, knus tesamen blatend van goedkoop geluk in hun zwart-wit gelijk.
Voor een protest tegen de recente barbarij van de IS zijn hun pootjes nog wat kort en hun oren verstopt met de eigen wol. Het moslimextremisme blijft tot nader orde een sexy hapje.
Zo huppelt dat culturovolkje gezapig verder over het inlandse gras, hun moeras.
Onderstaand opiniestuk kwam als op bestelling.
Tom Naegels in De Standaard 15 november 2014
Tot overmaat van ramp is de afgelopen jaren meermaals gebleken dat, als kunstenaars zich mengen in publieke debatten over thema’s die de natie verdelen, hun mening niet alleen voorspelbaar is, maar dat ze doorgaans inhoudelijk minder goed beslagen op het ijs komen dan andere deelnemers. Ze komen vaak niet verder dan een eenvoudige basisethiek, die we ook kennen van kinderen, prinsessen en kandidaat-missen: verdraagzaamheid is goed, nationalisme is slecht; verbeelding is goed, besparingen zijn slecht; natuur is goed, auto’s zijn slecht… Waardoor de burger die interesse heeft in die thema’s, de burger die inderdaad bereid is zijn zekerheden op het spel te zetten en nieuwe denkkaders te overwegen, diep ontgoocheld geraakt in kunstenaars, en op zoek moet naar anderen (wetenschappers, politici, journalisten…) met de kennis van zaken om de vinger écht op de wonde te leggen.
De kunstensector heeft vandaag veel gemeen met de katholieke Kerk. Hij heeft fel aan legitimiteit verloren. Het maatschappijmodel dat hij nastreeft, lijkt verder af dan ooit. De functie die hij zichzelf toebedeelt, die van kritische vrijhaven, wordt maar in een beperkte kring nog geaccepteerd.
Er is een stuitend gebrek aan intern debat, aan eigen denkwerk, en aan expertise. De kunstenaarsmythe sluit de artiest op in een format; het reduceert hem tot een personnage, een type, ‘de radicale tegenstem’, die opdreunt wat het script voor hem heeft voorgeschreven.
Je kan de schuld blijven leggen bij altijd dezelfde onverschillige vijanden: het neoliberalisme, het nationalisme, de verrechtsing. Je kan blijven geloven dat jij de enige vrijplaats in je bezit hebt, de enige spiegel voor de maatschappij, en als je de mensen er niet in willen kijken dan is het ook goed, want het bewijs dat je hebt ‘gestoord’. Dan doe je wat Frie Leysen ons aanraadt te doen: achterwaarts, eenzaam fluitend de oceaan ingaan. Hopen dat je, voor je verdrinkt, nog snel een walvis kunt worden. Een dier dat, zoals bekend, met uitsterven is bedreigd.