Ik liep in de sneeuwstorm wat heen weer over het exercitieterrein. Daarna ging ik naar mijn kamer en gooide mijn jas ergens neer. Ik wilde woorden gaan opzoeken. Ik trok mijn laarzen uit en wrong mijn muts uit boven de wasbak. Ik wilde woorden opzoeken. Ik wilde inclinatie opzoeken en trivialiteit en die krengen voor altijd uit het hoofd leren, ze spellen, leren, uitspreken, lettergreep voor lettergreep – ze zingen, de klanken produceren, de klanken uitspreken, de woorden zeggen voor wat ze waard zijn.
Dat is de enige manier op aarde om te ontsnappen aan de dingen die je hebben gemaakt.