Bibliotheek-artikel

Mijn dinsdagen met Morrie (1)


“Ik heb laatst een mooi verhaaltje gehoord,” zegt Morrie. Hij doet zijn ogen even dicht en ik wacht.

“Goed. Het verhaal gaat over een golfje, dat voortdobbert in de oceaan en het geweldig naar zijn zin heeft. Het geniet van

Op de koffie bij Griet Op de Beeck

4 september 2010: Gemis is een monster. Iets wat zeer doet, moet heel diep en ver gaan voor je het kunt afwerpen, of een plek geven. Opeens is het genoeg, en dan trek je een streep en ga je verder.

Exit van de nageschriften

 

Onzalig is de nagedachtenis
aan jou als bloesemvrouw
nadat je bloed vergaarde
in je handen en je hart 

Dat van de lente barstte
doorging met te breken
tot het krakend stopte
met de regelmaat van kloppen

Nu zie ik …

Jaargetijde van het zwijgen

Precies een jaar geleden
brak ons leven als een tak
niet zwaar genoeg om last 
                van twee
 te dragen
Jij viel dieper dan het gras 
in groene smaak van dood
               
                    Je werd gekraakt en
                       bloter afgestroopt
    in een

Water nader tot de dood

je zakt weer verder weg

in schimmigheid en dingen

die ik niet begrijp zoals

daar zijn: je sprak me

van een zinkend schip en

volk dat stond te springen

was het soms de boot Titanic

botsend in je hoofd als

Voor het blote slapengaan


Mijn ogen liggen zwaar
op mijn hoofd
als externe bollen

volle lucht die duwt
en druk die perst
naar een depressie

ik verzet me
met wat drank en
pillen god zij dank
 

terwijl ik denk
aan jou de nacht-…

Een briesje langs het raam

Je rukt aan alle teugels
           van je ongeluk
je strekt met stress (ik waak
       en ik verbied de vlucht)
je vleugels van verlangen
     om nu neer te storten

vliegen en genieten wil je
opgaan in de luchtstroom

Het vliegwiel van de lente

   
De tijd heelt alle wonden
dat geloof ik
amper twee seconden
 
 tijd is altijd heden
 n
ooit voorbij of morgen
 tijd is pijnlijk droef vandaag
 
de toekomst oogt nog mooi
a
ls het bedrog van mijn oase

Total loss

Je loopt onnozel
van het lege kastje
naar de blote muur
 
Je bent geen uur ge-
rust meer in je hoofd
je vraagt me om verdoving

Heb ik niet: ik kan je niks
beloven in dit ziekenoord
waar pillen

Autonomades


De eindtrip smaakt

Wij samen in de woestijn

Zonder benzine

Ons verdriet is op

Zand erover

Adem stokt

naar zoetzout
in mekaar vergaan

 

 …