Bij Thirty-fourth Street betrad Luria een cafetaria. Ik ga koffie drinken. Wat kan dat voor kwaad? Zelfs vee wordt gevoederd voordat het wordt geslacht. De maag doet wat hij moet doen – die verteert. Daarin lag de volstrekte absurditeit van alles. Ieder orgaan deed waarvoor het bestemd was: de maag verteerde, het brein dacht, en na de dood begon een hele nieuwe ronde van activiteit. De microben vraten alles op; protonen, neutronen, elektronen zetten hun onophoudelijke tollen en cirkelen voort. De atomen hadden er waarschijnlijk geen weet van dat hun eigenaar dood was of zelfmoord had gepleegd. En op welke mogelijke manier kon een mens gedacht worden als eigenaar? Voor hen was het allemaal eender waar ze verblijf hielden – in mensen, in muizen, in modder. Ze hadden hun eigen atomaire belangen en beschouwden het hele concept van individualiteit als alleen maar belachelijk. Maar wiens doel diende dit? Met welk oogmerk draaide deze planeet rond? Hoe lang zou zij doorgaan met wentelen om haar as en cirkelen om de zon? Het moest toch ergens een zin hebben?