We zitten aan de nieuwjaarstafel. Vader, moeder en hun aanhang.

Eéntje voert het hoge woord. Goedbedoeld, maar evengoed een laag gezaag.

Eéntje is kortgekleed. Opgestoken haar. Ze raakt me. Scherp en vol. Met haar rechterdij.

Eén man is zwijgzaam. Afzijdig verlegen. Hij plukt aan zijn sik. Kucht aldoor.

Daarnaast het jonge koppel. Vrolijk. Schalks. Zij ook stekelig. Ze prikt ons net niet.

Hij, de jonge man, nogal bedachtzaam. Speelse lach. Een secure, modeste verdediger.

De taarten komen op tafel. Er is geen schep. Dan maar met de handen. Ten aanval.

Om ter traagst wordt er gegeten. De koffie was te snel aanwezig. Zwemt slap in de tas.

We nemen graag een tweede stuk. Onze mond nog vol geklap. Nieuwjaarkezoete.

Op TV wint Sven Nys de cross. Na hem volgt Sissi. Dezelfde film zet het jaar in. Middelmatige klasse.

Zoals de weerman. Grapje. Geen terrasjes. Knappert de haard. Kwinkslag. Smakelijk. Syrië.

Beelden van dode soldaten. De broodjes worden aangeschoven. Met hesp. Of kies een kaas.

Hier is geen plaats voor cynisme. Gezellige maskerade. Haar blote arm reikt mij de boter aan.

Dronken mensen in beeld. Comagezopen. Bloed en spoed. Van de schans gesprongen. Weense walssporten.

Moeder danst niet meer. Vader knikkebolt. Wij grinniken om niks. Stomme stiltes.

Er is nog slagroom. En kersen aan de kerstboom. Vermiste takken. Een pakje met geliefden. Ieder zijn gerief.

Er was ook kitsch. Verdoken miserie. Wrevel. Opgedirkte lachjes. Maar niettemin. Lichtjes warmte.