Zit het zo dan volgt de volledige pornificatie.

Als het verder gaat met de vettigheid zeg je.

Niet vet. De totalitaire verbeelding van de daad.

In zijn details. Zijn sporen. Dromen. Demonen.

Nog harder. De dictatuur van de seks. Ontsnapstop.

Maar ontspan dan. Geef je. Drijf en glijd. Slik het mee.

Tot je verzuipt. Wij kijken met een druipbuik. Zinken week.

Wacht. Je zet de prenten af. Trek de stekker uit. Huil iets.

Even misschien. Een korte snik. Een natte zakdoek. Goesting.

Nee ik ben een lustlikker. Neem de video rustig aan. Crescendo.

Je vrijheid is een lichtbak van genot. Geloof me. Niemand verzaakt.

We zijn ook dieren. Met piemels en sprieten. Onderschat de tieten niet.

Maar overstijg het gehijg. Reik naar de maan. Schiet naar de sterren.

Ik ben de zon die ontploft. Als ik klaarkom. Dat volstaat. In mijn aarde.

Je hebt gelijk. In je zienswijze. Je begrijpt de beestigheid van je geest.

Tracht zo wijs te zijn. Je lichaam vergaat. Na jaren tijd en ijl gepraat.

Ik haat mijn lijf. Ik zoek mijn ziel. Ik zwem in een vijver van verdriet.

Verdrink niet vriend. Verleng je erotiek. En zing. Tot je denktaak om is.

Tot in mijn tombe. Stom gestorven. Rot verstopt met maden. Of in zak en as.

Ik ga voor opgeslagen in een chip. Het upgeloade leven na de menselijke dood.

Je bent wat simpel. Met je doorkijkseks en nabestaan. Precies plastiek.
Of machinaal.

Ik ben een spuitmikroob. Een molecule die in computers kruipt.
Ik word op stick gezet.

God nog aan toe. Je bent een futurist.
Een pc-toerist die zich een toekomst fantaseert.

Ik ben een dierlijk wezen dat geleefd heeft als een mens. Genoeg.
Ik fiets de digitale ruimte in.

Je botst op elk heelal. Je loopt verloren op de melkweg.
Er is geen GPS die van de sterfweg wijkt.

Ik rijd op visionaire vleugels. Ondertussen neuk ik van geluk.
Ik ben de atomaire eeuwigheid. Nu.