Een paar dagen later kwam Walter opnieuw naar mijn bureau.
Hij was niet alleen, zijn metgezel was even lang en mager als hij, en hij behoorde tot het slag onverwoestbare mensen dat ik in het getto, in de wouden en in de kampen was tegengekomen. Het slag mensen dat altijd in leven blijft omdat zij uit één bonk staal zijn gemaakt. Wanneer zij doodgeslagen worden, staan zij weer op.