Hoeveel ellende theïstische moraliteit in het Westen ook teweeg mag hebben gebracht, haar invloed is nóg zorgwekkender in de hedendaagse islamitische wereld, die gemeten naar een aantal objectieve maatstaven de vooruitgang in de rest van de wereld aan zich voorbij lijkt te zien gaan. Landen met een islamitische meerderheid scoren slecht op indicatoren van gezondheid, onderwijs, vrijheid, geluk en democratie, terwijl de rijkdom constant blijft. Alle oorlogen die in 2016 woedden, vonden plaats in landen met een islamitische meerderheid of er waren islamitische groepen bij betrokken , en die groepen waren verantwoordelijk voor het leeuwendeel van de terroristische aanslagen. Zoals we in hoofdstuk 15 hebben gezien, zijn emancipatiekwesties als gelijkheid tussen man en vrouw, persoonlijke autonomie en politieke zeggenschap in het hart van de islamitische wereld minder populair dan in alle andere regio’s van de wereld, inclusief Afrika ten zuiden van de Sahara. Met mensenrechten is het hopeloos gesteld in veel islamitische landen, waar wrede straffen worden opgelegd (zoals geseling, verblinding en amputatie), niet alleen voor echte misdrijven, maar ook voor homoseksualiteit, hekserij, geloofsafval en het uiten van liberale opvattingen op sociale media.
In hoeverre is dit gebrek aan vooruitgang het gevolg van theïstische moraliteit? Het kan absoluut niet worden toegeschreven aan de islam zelf. De islamitische beschaving heeft al vroeg een wetenschappelijke revolutie doorgemaakt en was voor een groot deel van haar geschiedenis toleranter, kosmopolitischer en vrediger dan het christelijke Westen. Sommige van de regressieve gebruiken die in landen met een moslimmeerderheid worden toegepast, zoals de genitale verminking bij vrouwen en ‘eerwraak’ op onkuise zussen en dochters, zijn oude Afrikaanse en West-Aziatische tribale gebruiken.
Sommige problemen spelen in landen met weinig middelen en een sterke leider. Weer anderen zijn verergerd door de opdeling van het Ottomaanse Rijk, steun voor de mujahedin die in Afghanistan tegen de Sovjets vochten, en de invasie van Irak.
Maar een deel van de weerstand tegen oprukkende vooruitgang is te wijten aan religieus geloof. Het probleem begint met het feit dat veel van de geboden van de islamitische doctrine, als ze letterlijk worden genomen, uitgesproken anti-humanistisch zijn. De Koran bevat veel passages die uitdrukking geven aan haat jegens ongelovigen, de realiteit van martelaarschap en de heiligheid van gewapende jihad. Ook worden zweepslagen voor alcoholgebruik, steniging voor overspel en homoseksualiteit, kruisiging van vijanden van de islam, seksuele slavernij voor heidenen en gedwongen huwelijken voor negenjarige meisjes bekrachtigd.
Natuurlijk zijn ook veel passages in de Bijbel uitgesproken anti-humanistisch. Het is zinloos om erover te discussiëren welke erger zijn; waar het om gaat is hoe letterlijk volgelingen ze nemen. Net als de andere abrahamistische religies kent de islam zijn versie van rabbijnse haarkloverij en jezuïstische twisten die onaangename passages in heilige teksten allegoriseert, opdeelt en verdraait. Ook heeft de islam zijn eigen versie van cultureel Jodendom, Cafetaria Catholics en naamchristenen. Het probleem is dat die onschuldige vorm van hypocrisie in de hedendaagse islamitische wereld veel minder ontwikkeld is.

Een reactie achterlaten