Lezeres MJW uit Baalrode reageerde onlangs boos omdat ik haar dorp, ook mijn geboorteplaats, steeds voorstel als een plek waar er indertijd in even grote mate gehoerd als geboerd werd. Zij vindt het eerder een idyllisch oord waar de mensen altijd vreedzaam hebben samengeleefd, meer een tuin van Eden dan van Eros. Niemand deed er vuil manieren, niemand piste naast de pot – behalve ik dan – dat was zowat de ondertoon van haar bericht.
Daarom schrijf ik nu het verhaaltje van de vier vermaardste scheve-schaatsen-rijders uit die (volgens MJW) maagdelijke tijd in Baalrode. Het waren de boeren Bavo die de katjes knepen, niet alleen in het donker, maar ook bij volle daglicht. Hun seksuele privileges gingen hand in hand met hun notabele status en meer nog met de dikte van hun portemonnee. Geld en gezag verschaften de toegang tot intens genot, het waren de pasmunten voor externe seks, de pretjes buitenshuis. Wij noemden die rijke sjarels de geile katers van ons dorp, we hadden ze numeriek gelabeld: van Kater I tot en met IV. Het was een niet-familiaal viergeslacht van losbandigheid en liederlijkheid, hun losse handjes zaten getrouw aan buurvrouw’s borsten en billen, dus aan andermans schoon gerief.
Ik geef anekdotisch en ingekort weer wat dat hete palmares was, de zwoele veroveringen van de lokale herenboeren in de stiekeme hoerenboel, een erotisch hobby dat hoorde bij hun stand. Zo werd dat maatschappelijk toch aanvaard, het was een lokale en sociale verworvenheid, hoge heren mogen zich seksueel amuseren. Daar heerste zelfs geen misverstand, beste MJW.
Kater I was de vrolijkste van de vier Katers, daar was reden toe, hij had ook het meeste bijval bij de dorpse dames. Ze kwamen bij hem om produkten als gerst, meel, bloem en andere ingrediënten om hun broodje warm te bakken. Hij ontving hen knus in de beschutting van zijn gerieflijke schuur, met een opstapje naar zijn zolder. Daar lag het vol zakken die alles gemakkelijker maakten, het leven kon er voor een tijdje mals en teder zijn. Menig Baaldrodense deerne keerde tevreden huiswaarts. Kater I handelde in verzadigde zaken, zijn eigen zaad schonk hij gratis weg. De schoonste klanten kregen de goeie raad mee dat hij zich zeker niet ging moeien met hun man: kom dus weer, het is een exclusieve handel tussen ons twee. Voor de rest geen kwaad woord over deze schuinsmarcheerder, zijn zoon werd pastoor en trok het notabele spoor door, inzonderheid het hoogtij van de schone schijn.
Kater II was aangetrouwde familie van de loopse voorganger, hij was bovendien de hoogste administratieve kracht in de gemeente. Dat verschafte hem aanzien én sexappeal. Om eerlijk te zijn, ik vond hem wel sympathiek, zijn echtgenote was bovendien een rasechte Hagelandse milf. Al mijn vrienden geilden op haar, inclusief uw schrijver. Ik geraakte niet verder dan haar dochter, ook niet niks. Ondanks die sensuele weelde thuis ging Karel II graag en vaak op stap, langs het eigen smalle hofpad, naar de achtertuin van dame X, een pronte boerin die haar poortje op tijd en stond bereidwillig openzette. Het gat in de tussenliggende haag werd met de dag minder krap. De hete gelegenheid maakte de milde minnaar. Ze waren plaatselijk een verboden koppel, maar ik misgun hen achteraf dit clandestiene plezier niet. Als puber genoot ik eens stiekem van een blik op hun gestolen geluk. Dus.
Kater III was een achterneef van de vorige aangebrande heer. Hij had een gigantisch fruitbedrijf, de man deed voltijds in blozende appelwangen en stollende sappen. De gezonde goesting om dagelijks door te bijten droop in zijn bloeiende bedrijf van de takken van de bomen. Zijn werkvolk bestond voornamelijk uit jonge pluksters. De baas nam zelf hun grijpgrage handen ter harte, hij ontlokte spontane ontboezemingen. Zijn boerenbroek verschoof bij elke knipoog die werd uitgewisseld, de voorbode voor vallend fruit in zijn mannelijke mand. Ik heb de seksverhalen uit de beste bron: zijn opstandige dochter, die later aan de drank geraakte.
Ze werd thuis mishandeld, vertelde ze me. Was het door de levenswandel van haar vader of was er erger aan de hand? De seksuele veeldader valt sinds jaren niet meer te ondervragen, hij stierf door het vergif van zijn versproeid gerief, hij had zich doodgespoten.
Kater IV was de meest onnozele en ridicule van alle buitenshuis-vogelaars. De man bekleedde een niet onbelangrijke post in de plaatselijke gemeenteschool. Hij voelde zich hemelhoog verheven boven het gewone dorpsgewoel. Alleen in de zwoelte kon hij zich vinden bij wat jong en vrouwelijk was, zijn geile begeerte was zijn hoogsteigen leermeester. Ik geef het meest frappante voorbeeld van hoe hij afging als vroegtijdig oude man: hij klopte tijdens de gebroste hoogmis op zondag aan bij madam Marjolein (zie column Libidobiergezin 7/8) voor een klein verzetje in bed. Maar zijn verhoopte plaats was reeds bezet, de lokale vamp ontgoochelde hem (vanuit het bovenraam) met de woorden: verschoning hoofdmeester, ik bedien momenteel uw zoon. De krolse kater mocht een seks-bestel-ticket nemen voor het volgende weekend. Hilarisch en hard, even kleurrijk als folkloristisch, maar tevens intreurig.
Ik heb die verhalen hier niet weergegeven om deze mensen te veroordelen, hun vlees was even zwak als het mijne later is geweest. Een zondaar mag nooit met stenen gooien. Maar ik vind het wel gepermitteerd om de hypocrisie te weren, ik wil tegen de schone schijn aanschrijven, met hard gebrachte feiten. De burgerlijk niet geoorloofde lusten waren wel degelijk in ons dorp aanwezig, wat een bezorgde lezeres als MJW ook moge beweren. Ik sluit dit hoofdstuk slechts voorlopig af, binnenkort komt het vervolg met een hitsige gang-bang die wild geïmproviseerd werd door bezopen bouwvakkers. Ze speelden op verplaatsing en zochten erotische verpozing bij een schoon gebouwde vrouw in onze straat. Je kent ze wel, beste MJW, baal maar en word rood. Als is de schijnheiligheid nog zo groot, de waarheid achterhaalt ze snel. Baalrode gaat met de billen bloot, ik bied naakt voor niks.