Jacky Kaas is een marktkramer in de Leuvense regio, hij handelt inderdaad in… kaas, maar ook in fijne vleeswaren. Jacky is een propere jongen, netjes in de kleren en opgesierd met ringetjes en armbandjes. Hij is vriendelijk en charmant, flink ter taal en met een spontane lach. Zijn kraam is een succesverhaal, hij wordt in de zaak bijgestaan door zijn echtgenote en zoon, plus diens vriendin en soms nog een buurvrouw. Ze hebben handen te kort om hun klanten te bedienen. Vaak staat de file er meterslang, maar de mensen trekken een nummertje en wachten rustig hun beurt af. Iedereen wil die exquise kaas of dat exclusief beleg van bij Jacky. De man is bovendien een charmeur, hij kan de dames bekoren met zijn vlotte babbels en korte kwinkslagen.
Er zijn zelfs mannen die voor hem vallen, dat stel ik soms vast als ik mijn zaterdags half uurtje sta aan te schuiven.

Kortom, Jacky is een geslaagde burger, hij is de hoofdrolvertolker in alles wat kaas & co aangaat. Zijn stille vrouw en discrete zoon spelen tweede viool. Oké, in elk orkest is er een dirigent die de show steelt. Maar een succesvolle maestro gaat niet lopen, die blijft op zijn podium staan.
Zo niet Jacky, die ging er onlangs voor een half jaar vandoor. Hij liet zijn kaasaangelegenheden bij zijn familie achter. Jacky beweerde zijn draai niet meer te vinden op de markt van het gewone leven, hij trachtte naar hogere sferen. Hij vertrok naar Indië om zich diep te bezinnen over de zin van zijn commercieel succes.

Goeroe Jacky is onlangs teruggekomen, met witte baard en vijftien kilo lichter. Hij was voordien reeds een bonenstaak, maar weliswaar nog gespierd. Nu staat hij beenscherp, om niet te zeggen graatmager, hij lijkt lichamelijk ongezond, maar dat lacht hij weg. Ach jong, zegt hij tegen mij, ik heb daar het ware leven ontdekt. Zijn vrouw luistert met een half oor mee en zwijgt nog meer dan voordien, haar stilte doet pijn aan mijn oren. De zoon is geëvolueerd van discreet aanwezig naar compleet ongeïnteresseerd. Jacky verzorgt een solo optreden.

Ik stel Jacky een paar vragen naar meditatie en zijn nieuwe zen-waarden, zijn mogelijks veranderde kijk op mens en maatschappij.
Uren zou hij kunnen vertellen, glundert hij zo te zien zielsgelukkig. Ondertussen geeft hij me een half potje krabsla, ik had het volle pond gevraagd. De dikke snee paté vergeet hij in mijn mandje te leggen. Ik pardoneer hem, te meer omdat hij reeds sinds 4 uur vanochtend op de been is. Hij leeft nu in zijn nieuwe regime van tweemaal daags een aantal uren op een harde mat te zitten, om meditatief te bidden, mantra’s te zingen en op een gong te bonken. Het is een verdiepende manier van existeren, expliqueert hij mij. Vrouw en zoon distantiëren zich van deze communicatie, hun focus ligt nog steeds bij de kaas, iemand moet de zaak doen draaien. Toch nog voor een tijdje, want Jacky wil terug uitwijken, weg van de marktkramerij, hij ziet zichzelf als een perfecte lesgever, een leermeester die het evangelie van het zenboeddhisme wil gaan prediken.

Vanop een alternatief standje op de markt, stel ik hem voor, met een schalkse knipoog.
Hij vat noch de humor, noch de ironie, hij neemt mijn voorstel au serieux. Want zijn filosofisch opgeblonken ego, geeft hij me nog rap mee, is volledig onthecht, restanten ijdelheid maakten plaats voor bescheidenheid. Ik noteer dat meteen. Naast me staat een knappe en kokette dame te wachten op de zelf gemaakte worst van de zaak. Zij klaagt plagerig dat ze Jacky dan erg zal missen voor de fijnkost op haar malse brood, het gezonde voedsel voor haar buik en schoot. Jacky begint plots te glimmen en te blinken, zoveel meer dan hij bloost, hij maakt een soft-erotische opmerking, niet echt onthecht. Zijn vrouw doet nogmaals alsof ze niks hoort.

Dit verhaal dreigt slecht af te lopen, vrees ik. Wij verliezen binnenkort ons lekker vers beleg en Jacky geraakt op het slechte pad van de kant- en klare zen-onzin. Hij sleept zijn kleine familie daarbij mee naar de grote ondergang. Heeft er ooit al één boeddhist ergens voor vrede gezorgd? De Dalai Lama kon zelf niet verhinderen dat zijn mooie Tibet compleet ten onder ging, inclusief de eeuwenlang gesoigneerde volkscultuur. Tegen het geweld en de agressie van de Chinezen bleken bidden en mediteren geen middelen van verweer. Met mantra’s en gezangen hadden wij de nazi’s niet kunnen  overwinnen, Churchill gebruikte geen slagen op een gong, maar liet geweren en kanonnen schieten. Dat is niet sexy, noch sympathiek, maar bleek wel het ultieme redmiddel voor het behoud van onze democratie.

Ik betreur de fundamentele weerbaarheid die Jacky (bijna nonchalant) laat teloorgaan, het jarenlange gevecht om zijn zaak een gereputeerde naam te geven, een uitzonderlijke klassehandel in kaas en fijnkost. Een unieke prestatie van goddelijke marktwaarde!

Het is mijn hoogstpersoonlijke burgergedachte: doe voornamelijk dat waarin ge goed zijt, mik niet hoger dan de boog van uw talenten zich laat spannen en hou in uw natte dromen steeds rekening met uw nabestaanden. Een mens leeft niet voor zichzelf alleen. Laat dat de mantra zijn van ons hart. Het goeroe- en godengedoe is zo vaak een slappe hobby voor de losers onder ons.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *