Angst essen Seele auf is een film van Rainer Werner Fassbinder uit 1974.
Het is krakkemikkig Duits, vrij vertaald: Angst vreet je binnenkant kapot.


Toen ik begin 2019 de ode aan mijn overleden zoon had geschreven, berichtte ik hierover als eerste aan mijn ex echtgenote Gé, de mama van Vinnie. Zij repliceerde meteen dat ze het boek niet uit mijn handen wou ontvangen, dat moest via onze schoondochter Vé gebeuren.

Gé is altijd doodsbang voor Vé geweest. Gé staat ook angstig in het leven. Als ze al een eigen mening heeft, dan fluistert ze die timide in het duister, of stiekem in het oor van haar minnaar, hij kwam jaren langs bij haar in het geniep. Gé leeft graag in de schaduw, de stralen van de zon priemen soms te fel met waarheid en met schoonheid.

Dat heb ik haar toen ook geantwoord. Dat ze de fierheid moest hebben om voor de mooie moraal van haar zoon te kiezen, in plaats van te plooien voor de lelijkheid van een despotische Vé.

Het was tevergeefs, zoals het leven met haar voor mij ook te laag gegrepen was, ik wou zoveel meer. Ik wou weg van haar kleinheid.

Ik buig niet voor de grillen van Vé. Ik huichel niet, ik distantieer me.
Ik laat alle conversatie over aan Nathalie, mijn schitterende vrouw.

Zo betoonde Nathalie de hoffelijkheid om Vé vorige zondag gelukkige verjaardag te wensen en tevens een zalige moederdag. Vé verdient dit niet. Zij antwoordt mij al jaren niet meer op dat soort berichten. Daarom ageert Nathalie, zij provoceert met goede manieren, zij wil Vé bekeren tot hetgeen wij beschaving noemen. Een nobel initiatief.

Vé heeft Nathalie bedankt. Verwonderlijk, was ze uit haar lood geslagen door de noblesse van mijn geliefde? Maar de geste van Vé bleek eenmalig. Toen Nathalie haar gisteren sms-te over onze voorziene video-whatsapp van volgende weekend met Roosje en Martje, kreeg ze geen antwoord. Ter verduidelijking, het gaat om die schaarse vijf minuutjes per maand dat wij contact kunnen hebben met onze kleinkindjes. Schrijnend toch.

We zijn nu al 48 uren later, Vé vertikt het om een teken van leven te geven. Zo blijven wij in het ongewisse of het ‘beeldbellen’ zondag kan doorgaan, laat staan hoe laat. De kindjes weten gelukkig van niks, ze zijn zich onbewust van de nurkse mama. Heeft Vinnie hieronder ook geleden?

Maar ondanks al deze miserie ben ik niet ongelukkig, ik ben sterk want ik heb de schoonheid en de waardigheid aan mijn zijde. Morele fierheid ook.

Ik geniet nu van deze mooie waarden die ik in mijn eerste huwelijk moest ontberen. Ik denk nog met schaamte aan de trouwplechtigheid, Gé vroeg na de inzegening in de kerk aan de pastoor of er direct diende betaald te worden, ze wou nog voor het altaar staande al het prijskaartje kennen. Ze deed dat uit een soort doodsangst, uit plotse paniek dat het plafond van de wereld op haar kop ging komen. De toon was voor jaren gezet, te bang om graag te lachen, te angstig om een eigen gedacht te hebben, zelfs te klein om groot te zijn bij de dood van onze zoon. Ze schaamt zich altijd en overal. Het werd het patroon van Gé, ze was gekleed in schroom.

Gé is geen partij voor Vé, ze wordt pijnlijk vermorzeld en opgepeuzeld, aan stukken gescheurd door haar schoondochter. Ik gaf andere waarden mee aan mijn zoon, de normen van zijn mama schoten te kort om met moed en hoop door het leven te stappen. Dat gebrek heeft zich gewroken op haar. Ze lijdt nu alleen, omgeven door restanten laagheid en lelijkheid.

Gé bood geen weerstand, ze koos niet voor haar zoon, ze boog voor Vé.

Vorige week op 9 mei zou Sophie Scholl 100 jaar geworden zijn. Ze was nog net geen 22 toen ze in München als ‘landverraadster’ onthoofd werd. De jonge studente vormde tijdens de oorlog samen met haar broer Hans en vier medestudenten de verzetsgroep Die Weiße Rose (De Witte Roos). Ze bekampte Hitler en de nazi’s met pure levensverachting. Ze was een onvervaarde vrijheidsstrijder. Sophie Scholl is een van de grootste iconen van morele moed uit de 20ste eeuw.
Ik wil haar hier graag herdenken, haar heldhaftig leven als voorbeeld voor ons allen stellen. Sophie Scholl legde noodgedwongen haar hoofd neer, ze had niet gebogen, ze was niet overwonnen, ze sprak nog de onsterfelijke woorden: het kleed van onverschilligheid moet kapot gescheurd worden.

Om nog even aan te pikken bij bovenstaande context, als besluit. Gé is een bange vrouw, maar tegelijkertijd taai. Ze is zoals mijn moeder, ma Maria. Ze begeven nooit, maar ze buigen altijd. Met die attitude kan je Auschwitz overleven. Maar je voorkomt geen nieuwe Holocaust. Het zijn geboren prooien, ze vechten met niks, dat tikkeltje schoonheid missen ze.







Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *