Het is 20 jaar geleden dat de Twin Towers instortten. Twee vliegtuigen van jihadistische terroristen boorden zich moedwillig in de gebouwen. Wij rouwen nog steeds om de 3.000 onschuldige doden.

Vorig jaar ging de Belgisch-Poolse filosofe Alicja Gescinska op bezoek naar Ground Zero, in gezelschap van een intellectueel en cultureel onderlegde Amerikaanse moslima. In een tergend trage en erg lange close-up zagen we beide dames naar het herdenkingsmonument staren. Toen debiteerde de moslima, als in een prevelend gebed tot Allah, haast op de knieën voor Mohammed: “misschien zullen we hier later de betekenis van begrijpen”. Groteske bedenking. Geen greintje veroordeling. Geen spatje medelijden.

Gescinska stond er stom en apathisch bij, als de koe (van televisie) die naar de trein (van penetratie) keek, maar de pijn niet meer wist te vatten van wat toch ‘maar’ Westerse lijken waren. Het was een duo-beeld van dubbel onbegrip.

De klassieke vraag. Waar bevond u zich op het moment van de aanslagen? Ik zat achter mijn computer; als eerste en enige (van bijna 300 collega’s) had ik in 2001 al internet op mijn werk. Ik bevond me in de buurt van een koning, onze Albert national. Ik maakte indertijd deel uit van het Veiligheidsdetachement bij de Koninklijke Paleizen.

Ik zag de eerste toren instorten, daarna de tweede toren die implodeerde, en al die mensen die radeloos de dood insprongen. Het inferno in New York. Ik verwittigde meteen mijn grote baas, hij was in geen tijd bij mij. Ik gaf hem een ultra-kort en bliksemsnel verslag. De kolonel pende alles neer, een hoop losse krabbels, om meteen tot bij de Koning te rennen. Wij waren immers de exclusieve lakeien van de confidentiële info.

Dit was wereldnieuws, of zelfs het begin van een derde wereldoorlog? De rest is trieste geschiedenis. Het was alleszins de doorstart naar een moleculaire burgeroorlog die door moslimfundamentalisten mondiaal werd uitgevochten, laf en ongenadig, zonder het minste ontzag voor menselijk leed. De rechterzijde reageerde, overreageerde soms. De linkerflank zweeg, zoals steeds als het negatief islamitisch gerelateerd is.

Toen ik die avond langs de Kunstberg in Brussel naar beneden liep, richting trein, zag ik hallucinante taferelen. Tientallen en tientallen jonge gasten van allochtone origine dansten als gekken, dronken van plezier. Het waren onooglijke mannekes van hoogstens 15 à 16 jaar, hier en daar een volwassen baard die meedeed in de massaal losgeslagen islamsamba.

Ik stond er bij en ik keek er naar, moedeloos en machteloos tegen de barbarij, ze waren weer numeriek sterker. Want zo gaat het altijd in die kringen, de macht van het getal wordt ingezet om het kot kort en klein te slaan. Om te stampen en te schoppen op onze beschaving. Een kermis van leedvermaak terwijl er nog ergens mensen meer dan honderd meter naar beneden storten. Met de zegen van hun Allah, onder uitzinnige begeleiding van hun juichkreten. Ik zeg formeel en plechtig dat ik die schande gezien heb.

Het is nog maar een paar jaar geleden dat Vlaams minister-president Jan Jambon werd gedemoniseerd door de linkse media omdat hij het had over ‘dansende moslimjongeren’ in Molenbeek na de aanslagen in Parijs.

Het lijkt me niet ongeloofwaardig, ik was zelf de aangeslagen getuige geweest van een precedent.

 

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *