Mijn schoondochter Vé blijft consequent aan zichzelf, haar vaste regel bestaat uit onvoorspelbaarheid. We hadden deze week weer goed prijs. Nathalie stuurde haar woensdagvoormiddag een vriendelijk berichtje met de vraag of we zondag om 11u konden videobellen met de kindjes.
Het was het derde weekend van de maand, dat is ondertussen evangelie geworden voor Vé, het is voor haar een starre bijna bijbelvaste afspraak.
Vijf minuutjes maandelijks (laten) whatsappen lijkt het strikte maximum.
Voor ons een pijnlijk minimumaanbod. Maar voor haar is onze mening hierover niet relevant. Een poging tot psychologische of pedagogische inschatting wordt niet in kaart gebracht. De zotte en botte wereld van Vé is ééndimensionaal de hare.
Haar antwoord aan Nathalie was evenwel onthutsend, zelfs onverwacht voor haar atypische patroon. Ze schreef dat het videochatten zondag waarschijnlijk niet haalbaar ging zijn. Verdere uitleg leek haar niet nodig.
Nathalie stuurde een poeslief maar dwingend antwoord, iets in de zin van hier schrik ik van… De repliek van Vé: het is Nathan die hierover contact moet nemen! Nathalie besloot meteen om haar te bellen met mijn gsm, om zogezegd het spel te spelen dat ik het was die opbelde.
Nathalie wou haar op directe wijze confronteren met haar onredelijkheid, haar kwetsende manier van ageren, haar onmiskenbare onmenselijkheid. Voor de zoveelste keer wreekte ze zich op mij, hard, brutaal, ongenadig.
Ik ben voor haar nog nooit de vader van mijn overleden zoon geweest.
Ik krijg haast geen enkele kans om mijn kleinkindjes te zien, zelfs hen om de maand eens vijf minuutjes spreken wordt een probleem, altijd maar nieuwe restricties en hindernissen. Ze tergt en kwetst mij waar ze kan. Haar wilde buien kunnen ook omslaan in bruuske windstilte.
Zo gebeurde dus. Vanuit haar dwarse logica antwoordt ze… niet op de oproepen van Nathalie. Tot drie keer toe gaf ze niet thuis. Haar manifeste non-reactie was even verpletterend als ontluisterend.
’s Anderendaags was haar barse nukkigheid plots omgeslagen in een ultrakorte communicatie: het is oké voor zondag, om 10u. Het is een mail aan mij gericht, niet aan Nathalie die haar de vraag had gesteld. Ze weet al een paar weken dat Nathalie, om mij af te schermen, het woord voert voor mij. Dat geschiedt op mijn expliciete verzoek, ik deelde het mee aan Vé. Zij veegt daar ostentatief haar voeten aan. Eveneens aan onze vraag om zondag liever om 11u te bellen. Voor haar volstaat dat om er 10u van te maken. Daar walst ze over heen, zonder boe of ba. Grof, zoals steeds.
Onmogelijk om met deze vrouw op een serene manier iets af te spreken. Lijdt ze aan chronische labiliteit of zijn dit periodieke aanvallen van lichte hysterica? In ieder geval, wij maken ons zorgen over de opvoeding van de kindjes, de twee kleine meisjes van Vinnie. Ons hart bloedt vanop afstand.
Toch was het dit keer een voorlopig eind goed al goed. We hebben dus vanochtend kunnen videobellen met Roosje en Martje. Vertederende aanblik, kirrende stemmetjes, de meisjes zaten blij en speels aan tafel in hun kleurige pyjama. Allebei met duidelijk plezier en guitig bereid voor een vrolijke ochtendbabbel. Het vlotte meteen van beide kanten.
Wij hadden Beertje tussen ons geposteerd, sommige lezers kennen hem misschien nog vanuit Het Lied van Vinnie. Het is de grote speelgoedbeer die mijn zoon cadeau had gekregen van zijn collega’s toe hij reeds terminaal op Gasthuisberg lag. Vé had de beer meteen na het overlijden van Vinnie weggegeven aan de verpleegsters. Wegens veel te onnozel, vond zij. Ik had de beer vlug kunnen recupereren. Sindsdien woont hij in Leuven bij Nathalie en mij. Zijn vaste verblijfplaats is de zetel in de living. Soms mag hij met de auto mee naar Leest, zoals voor ons trouwfeest vorig jaar. Beertje vertegenwoordigde er, fier in zijn nieuwe kleertjes, onze afwezige zoon. Het was een symbolische opvoering, ook ontroerend.
Mijn liefdochter Katoke ontfermde zich over hem met perfecte tederheid.
Het was dus Beertje die mocht figureren bij het videogesprek. Hij kreeg de ogenblikkelijke aandacht van Roosje en Martje. Zij keken met grote oogjes naar onze schone huisgezel. Zelf vertelden zij druk en dartel over hun spelletjes en hun plannetjes voor die dag. Het was een hoogst aangenaam gekeuvel, met leuke grapjes, spontaan en hartelijk gelach van de twee kleutertjes.
De zondag was zonnig ingezet, wij dankten de lieve kindjes en dachten achteraf nog meer aan hun papa. Vinnie was er bij geweest, in zijn stilte.
Nathalie stuurde meteen een lieve merci aan Vé. Haar antwoord was verrassend: graag gedaan. Zo kan het dus ook, beleefd en gecultiveerd.
Wij zijn benieuwd voor een volgende keer, dat wordt een meedogenloos lange maand om weer verder te gaan. Dan zal het lente zijn, in deze permanente en kinderloze winter van de dood. Maar er is moed en hoop.