Ik ben een paar keer met onze pa mee op bedevaart naar Scherpenheuvel geweest. Hij was van Becquevoort afkomstig en kende langs de verborgen paden van het barre gehucht de Heide enkele pittoreske binnenwegen. Op een klein uurtje stonden wij in het voorportaal van de basiliek. Dan was de pret er af voor mij, ik had niks met dat onderdanig slaafse bidden en die ernstig saaie mensen die er tegen mekaar op stonden te prevelen en te kwezelen. Ik vond Scherpenheuvel vanuit zijn streng katholieke context compleet seksloos, een bevinding die je als jongere pas kan maken na je plechtige communie, vandaar. Gelukkig vergezelde mijn nichtje Ria ons soms, een hups meisje dat 4 jaar ouder was dan ik. Als kerngezonde prepuberale 12-jarige bad ik wel eens (quasi-gelovig en binnensmonds) dat zij mij in bekoring zou brengen. Ik wou haar minstens kussen, helaas liep onze pa altijd in de weg. Maar wat wilde zij zelf eigenlijk? Haar gewillig opwaaiend zomerjurkje en de flitsen van haar maagdelijk witte slipje brachten mijn zinnen in vervoering. Ik zag daarbij niet wat onze pa in zijn beroerde binnenste dacht.

Dat is uiteindelijk niks geworden tussen Ria en mij. Ik denk dat zij niet op mijn seksappeal viel. Mijn beentjes waren nog te kort, mijn stemmeke te hoog en ik vertoonde slechts af en toe een bobbeltje in mijn korte broek. Dat was niet genoeg volgens mij, Ria lustte al liever pap van de grote jongens. Maar dat belette niet dat de heen- en terugweg in mijn kop vol met wellustige zonde zat. Ik week geen centimeter van haar zijde, en meer dan een keer mocht ik een laterale aanraking van haar prille borstjes ervaren. Dat gaf een lichte extase in mijn onderlijf, ik dacht: voor deze sensuele engel wil ik op mijn knieën verder kruipen, met nog beter zicht op wat het diepste geheim van dit leven is, het verborgen grotje van genot.

Zo was ik helemaal niet bezig met devote aspecten van de bedevaart, en mijn vader deed ook maar alsof, hij bekommerde zich evenzeer als ik om Ria. Ik denk dat wij een atypisch trio van basiliekgangers waren, het sacrale zat bij ons eerder in de verheven vervoering van een ingebeelde erotische beleving. Ria was onze meisjesmaagd, onbevlekt aantrekkelijk. Sorry dat ik hier inclusief voor mijn vader concludeer, misschien tracht ik op die manier mijn surreële seksuele schuld te minimaliseren.
Maar de lust was wel degelijk aanwezig, Ria werd er zelf voorzichtig wulps en kittelorig van. Ze stapte niet, maar ze huppelde en ze sprong, alles kriebelde en wrong. Pa en ik hadden soms de handen vol om haar te bedaren. Niet te geloven achteraf hoe een onschuldig meisje een sexy heilige kan worden die het katholieke hoofd op hol bracht van een vader en een zoon. Ik denk nog vaak aan die broeierige beeweg, ik blijf de jongensachtige goesting voelen en ik verklaar me persoonlijk verantwoordelijk. Want onze pa bleef onberispelijk en Ria bleek slechts een geil gewenst ideaal, zij raakte me nauwelijks aan – tenzij achter de bochten, als het vaderlijk toezicht nog achter het hoekje was – zo spannend en verwarrend allemaal, bidden hielp niet wegens die hitserigheid. Mijn koortsige jongenskop barstte van een dronken makende seksfantasie:
Ria gerief mij hier alsteblieft.

Scherpenheuvel is op geen enkel moment een oord van christelijkheid geweest voor mij.
Toen ik wat ouder was, trokken mij vooral de dancings en de discotheken rond de basiliek aan. Ik hoopte vurig dat het brandhaarden van puur verderf waren, met ontaarde rockmuziek en half ontblote meisjes die op een podium dansten. Ik legde steeds een direct verband tussen het hoogstaand kerkelijke en het sacrosante van de erotische beleving. De verboden lichamelijke vruchten waren een perfect surrogaat voor de zogezegde trance van kleffe hosties nuttigen en Christus aanbidden. In die sixties tijden was Jezus gewoon de eerste hippie, make love not war, baden wij met ons puberhoofd vol seksvuur. Voor dat katholieke geloof pleit dan wel dat veel van mijn heetste gebeden verhoord zijn geweest. Los van het gebod van God bracht de veelvuldige zonde mij tot inzicht: onze lust is ons lang leven.

Een tophit in Scherpenheuvel was steeds: begijntjes en kwezelkes dansen niet. Dat klopt, maar ik was eerder een libertijn.
Vrij en volks en vrolijk. Niettemin danste ik compleet uit het ritme, ik vond de juiste kadans niet, ik kon de maat niet houden.
Met geen enkele vrouw lukte die schone symbiose van swing of slow, laat staan de quick step of rock and roll. Hopeloos hoor.

Na meer dan een halve eeuw ben ik – via talloze bokkensprongen en dolle dwalingen – langs de baan naar het bedevaartsoord toch op het rechte pad geraakt. Ik ontdekte, al dolend langs afgronden en dalen, onderweg mijn sexy madonna. Sinds wij minnaars zijn geworden, dansen wij sensueel bevredigd door het leven. Nathaliefje en ik werden daarom vaste klanten in dancing De Kroon. Ons traject is perfect afgelegd, wij kwamen in mekaars armen terecht. De dansvloer werd het verlengstuk van ons warm gevoel voor mekaar. De innerlijke rust is eindelijk ingetreden, wij stappen nu vredig over de lage drempel van een geweldige danstempel. Leve deze swingende kerk van lieve mensen, nog imposanter dan om het even welke basiliek. Wij hebben ons geloof hervonden, we rocken als nooit tevoren. Mooi toch.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *