Onze onvrede is volgens u een direct gevolg van de vrijheid en blijheid van de jaren zeventig.

Foley: Het was natuurlijk een fantastisch tijdperk, jaren waarin het deksel van de taboes vloog. Groepen die tot dan genegeerd werden, kregen aandacht en rechten. Op zich een geweldige en noodzakelijke evolutie. Maar vrijheid is verdomd moeilijk te hanteren; er hangt altijd verantwoordelijkheid aan vast en dat is vermoeiend, stresserend, zelfs beangstigend en uitputtend. Het is de vraag van lusten en lasten. Op het eerste zeggen we volmondig ja, dat tweede vegen we wat graag onder de mat. Het gevolg is dat positieve evoluties zoals de eis om bepaalde rechten, zoals de vraag naar erkenning, zoals woede over onrecht zijn afgegleden naar het idee dat je récht hebt op geluk en op een goed leven, op aandacht en bewondering en vooral op klagen. Toen de terugslag kwam, snakten we vooral naar gemak.