Terwijl een mens moeilijkheden nodig heeft om de illusie te hebben dat zijn leven zin heeft?
Foley: Hoezeer we moeilijkheden ook haten, het is niet voor niets dat alle grote mythes gebaseerd zijn op een zoektocht naar de heilige graal. Zelfs Boeddha, van wie men toch denkt dat hij een slapende kat is, een grote baby die eruitziet alsof hij tien borden pap na elkaar heft gegeten, prevelde net voor hij stierf: ‘Blijf streven.’ Spinoza zei precies hetzelfde: een mens kan niet zonder moeilijkheden. Zonder moeilijkheden wordt hij knorrig en ontevreden. Het boeiende is dat de moderne biologie dat lijkt te bevestigen: een levend organisme is geprogrammeerd om te leren van zijn omgeving en zich aan te passen. Tegelijkertijd – en dat is de paradox die het leven zo onpeilbaar maakt – zijn we het liefst vooral zo lui als toegestaan.
Of we verzinnen voor elke minimale tekortkoming prompt een medische term: onze zwaktes worden kwalen en aandoeningen.
Foley: Oh ja! Ik waagde het eens er een grap over te maken tegen studenten die steeds weer hun papers te laat indienden. Ik vroeg of ze misschien aan time constraint disorder leden? Of het hun mentaal onmogelijk was om iets op tijd af te hebben. Nauwelijks een paar maanden later las ik een artikel waarin zwart op wit stond dat procrastinatie – ziekelijk uitstelgedrag – nu officieel een kwaal is en dat mensen er zelfs medicatie voor kunnen krijgen. Dat laatste verbaast me niet. In elk geval: het volgende semester legde een van de studenten me een doktersbriefje voor. Hij leed aan uitstelgedrag en had dus recht op meer tijd. We zijn extreem gedreven geworden in zelfrechtvaardiging en het afschuiven van verantwoordelijkheid.