Uittreksels uit de speech van voormalig opperrabijn van Groot-Brittannië, rabbi Lord Jonathan Sacks, in het Europees Parlement (najaar 2016) over de toekomst van de Joodse gemeenschap in Europa.

Antisemitisme gaat niet over Joden. Het gaat over antisemieten. Het gaat over mensen die geen verantwoordelijkheid kunnen nemen voor hun eigen fouten en in plaats daarvan een ander de schuld geven.

Historisch gezien: als je een christen was ten tijd van de kruistochten of een Duitser na de Eerste Wereldoorlog en je zag dat de wereld niet was geworden wat jij ervan verwachtte, dan gaf je de schuld aan de Joden.

In een cultuur is de opkomst van antisemitisme het eerste symptoom van een ziekte, de eerste waarschuwing voor een algehele instorting.

In de Middeleeuwen werden Joden gehaat om hun religie. Eind 19de, beging 20ste eeuw werden ze gehaat om hun ‘ras’. Vandaag worden ze gehaat om hun natiestaat, Israël. Maar het principe blijft hetzelfde: het denkbeeld dat Joden geen recht hebben om te bestaan als vrije en gelijke mensen.

Antisemitisme komt op wanneer de politiek van de hoop plaatsmaakt voor de politiek van de angst, welke al snel plaatsmaakt voor de politiek van de haat. Als men complexe problemen wil reduceren tot eenvoudige. Als de wereld wordt verdeeld in zwart en wit, als alle schuld bij de ene groep wordt gelegd en het slachtofferschap bij de andere.

Israël is de enige volledig functionerende democratie in het Midden-Oosten met een vrije pers en een onafhankelijk rechtssysteem.