Column van Jonathan Holslag, professor internationale betrekkingen aan de VUB, in Knack van 21 oktober 2015
Hoe we radicalisme moeten bekampen
Meer dan over de radicale islam moeten we ons zorgen maken over het zwakke geloof in de Europese kernwaarden, betoogt Jonathan Holslag.
Hij pleit voor een herwaardering van het geschiedenisonderwijs.
Schandelijk was het dat een voormalige jihadist zich minutenlang vergoelijkend uitliet over zelfmoordaanslagen, over mensen verbranden in stalen kooien en over Osama Bin Laden. Dat soort overtuiging hoort hier niet thuis. We moeten er alles aan doen om ze te bestrijden: door gewelddadige uitwassen de kop in te drukken, maar vooral door onze Europese waarden opnieuw een belangrijke plaats in ons dagelijks leven te geven en ze trots uit te dragen. De strijd tegen radicalisme begint met de strijd tegen de luiheid in de hoofden van de mensen.
Ga maar eens na: hoeveel Europeanen zijn in woord én in daad toegewijd aan de Europese kernwaarden: burgerzin, gelijkheid, solidariteit, vrijheid, vrede en democratie? Hoeveel jonge Europeanen beseffen nog hoe pijnlijk de strijd van hun voorouders was om die kernwaarden af te dwingen, de strijd tegen dictatuur, de strijd tegen uitbuiting, de strijd voor gelijke rechten tussen man en vrouw? Hoeveel jonge Europeanen zijn zich ervan bewust dat die waarden geen verworvenheid zijn? Hoeveel Europeanen beseffen dat de toekomst van die waarden afhangt van ons engagement als burgers vandaag?
Moslims zonderen zich vijf keer per dag af om te bidden tot hun God. Velen doen daar smalend over, weliswaar nadat we ons voor de vijftigste keer die dag tot onze smartphone hebben gewend voor wat virtuele aandacht. Misschien vindt u dat kort door de bocht, maar het is hoegenaamd geen slecht idee om enkele keren per dag een stap terug te zetten, uit de drukte: misschien niet om te bidden, maar om na te denken over de zin van wat we doen, om ons opnieuw voor de geest te halen dat we als vernuftige wezens de taak hebben om onze talenten zo goed mogelijk te ontwikkelen en om respectvol met elkaar om te gaan.
Wij hebben onze religie laten schieten, maar we laten het vaak na om de leegte op te vullen. Dat weegt. Onderzoek toont aan dat gelovige mensen een duidelijker doel in het leven hebben, en net dat is een cruciale factor in ons welbevinden. Mensen met een doel in het leven staan steviger in de wereld. Als we ons bewust zijn van doelen en waarden maken we onze samenleving sterker als lotsgemeenschap en is het makkelijker om bruggen te slaan naar gematigde gelovigen van welke godsdienst ook. Dan wordt het opnieuw duidelijker wat ons bindt en waarom het de moeite loont om ons in te zetten voor het algemeen belang.
We zouden ons beter wat meer zorgen maken over het zwakke geloof in de Europese kernwaarden en wat minder over de vermeende sterkte van de radicale islam. Als we Europa’s morele braakland gaan inzaaien met haat, dan verzaken we aan onze taak om verder te bouwen op de waarden en normen waarvoor miljoenen Europeanen in de voorbije eeuwen hebben gevochten. Er moet in onze samenleving opnieuw meer ruimte komen om stil te staan bij de dingen die er echt toe doen.
Laten we jongeren opnieuw vertrouwd maken met onze geschiedenis, zodat ze weten hoe die onze samenleving vorm heeft gegeven. Wat de betekenis is, bijvoorbeeld, van het monument van gevallen spoorwegarbeiders dat pendelaars onwetend passeren in het Brusselse Centraal Station, waarom we 1 mei vieren en waarom er iedere avond om acht uur trompetgeschal onder de Menenpoort klinkt. Een samenleving zonder geschiedenis is als een boom zonder wortels.
Laten we meer tijd maken voor filosofie, levensbeschouwing en zingeving, om in de scholen na te denken over hoe onze keuzes tot stand komen, over de waarde van onze waarden, over de zin en onzin van wat we de dag ervoor op de televisie zagen. Zoals Amerikaanse scholen de dag beginnen met een eed aan de vlag, kunnen wij de dag aanvatten met een eerbetuiging aan onze kernwaarden – door erover te reflecteren.
Laten we ook meer tijd maken om burgerschap te cultiveren. We zouden een aantal feestdagen waarvan de betekenis ons ontgaat opnieuw echt moeten vieren. We zouden een grondwetdag kunnen invoeren: geen vrije dag, maar een dag waarop we met collega’s, familieleden en vrienden nadenken over onze rechten en vooral ook over hoe we de samenleving sterker kunnen maken, over de verschillende overtuigingen en religies heen.
Als enkele miljoenen burgers elkaar op die manier vinden, dan wordt het erg lastig om hen uit evenwicht te brengen. Als enkele tientallen miljoenen burgers dat doen, dan wordt dat nog moeilijker. Als 500 miljoen burgers dat zouden doen, dan kan geen enkel soort radicalisme ons verwoesten.