… ‘Maar wat vind je van het zionisme? Vroeger was je zionist.’

‘Ik denk dat we pas met rust worden gelaten als we sterk zijn.’

‘Misschien worden we wel sterk.’

‘Hoe? We proberen het al drieduizend jaar te worden.’

‘In wat voor God geloof je dan? Hij kan niet achterlijk zijn.’

‘Je gelooft niet in Zijn wijsheid als je een gemarteld kind ziet dat onder de luizen zit, of als je in een veewagen geperst wordt en je je behoefte door een raampje moet doen.’

‘En als al dat kwaad nou tot een beetje goed leidt?’

‘Wat voor goed?’

‘Betere omstandigheden.’

‘Dat laat me koud, Abram, ik meen het. Ik ben ervan overtuigd dat de mensheid geen greintje belangrijker is dan vliegen of wandluizen. Zonder dat besef was ik de afgelopen jaren niet doorgekomen.’ …