Hij braakt een mening. Zij smasht de smurrie terug. Met het zilver aan haar vingers. Een blinkend gelijk. Maar niet correct denkt hij. Ze klopte voor haar beurt. Zijn taal was nog niet totaal over het net. Hun tafel is een speelveld. Twee helften. Een tennisset. En raketten die ontploffen. Explosies in de cola. Spa die bruist. Ogen die ballen ontwijken. Waarmee de vrouw getooid is. Ze gooit soms verwijten. Ze smijt haar lijf. Met haar hart op de juiste plaats. Tussen haar onbekende borsten gokt hij. Mikt hij blikken. Ze sluit voortdurend haar blouse. Haar hals moet bedekt. Met textiel en tekst die hij voor haar schrijft. Met zijn handen in haar kapsel. Verward. Vaag blond. Nee niet opgestoken vandaag. Wel slank en groot. Knap. Op een zachte manier. Zoals haar stem. Ze praat wolkjes taal. Soms stoom. In een sexy paradox. Klinkt brutaal. De vlammen op haar tong. Vuur in de lippen. De hitte brandt de tafel doormidden. Het speelveld splitst. De match van haar leven. De liefde geeft zich niet gewonnen. Op naar de volgende ronde. Hoog haar benen. Trots haar hakken. Hij zoekt contouren. Van haar kont en zwarte achterkant. Pakt zich vast. Aan haar parfum. Als ze vlucht in de nacht. Een schim van schoonheid. Witte sporen in het donker. Waar ze liep. Licht ze haar hielen. Ze liet verdriet achter. En een hoopje dood. Om voort te leven. In zijn hoofd.