In het donker word ik wakker en blijf liggen. De nasmaak is niet bitter. Ik weet, net als in mijn dromen, dat ik zal sterven, net als alles wat leeft en waar veel bij is dat nobeler en belangrijker is, bomen, meren, grote vissen die al honderd jaar leven. Wij leven in het bewustzijn van één enkel ik, maar in de natuur lijkt er ook nog iets anders te zijn, een bewustzijn van velen, van allen te samen, de kudden en scholen, de kolonies en volken, met myriaden individuen die datgene ontberen wat wij een ego noemen, maar die verder volmaakt zijn en alleen instinctief reageren. In ons eigen leven ontbreekt die harmonie. Ieder van ons is uiteindelijk een tragedie.