Uit “SAPIENS” van Yuval Noah HARARI

Maar van alle projecten die momenteel in ontwikkeling zijn is het meest revolutionaire project een poging om een rechtstreekse interface tussen hersenen en computer te ontwerpen waarmee computers de elektrische signalen van het menselijk brein kunnen lezen en andersom ook signalen kunnen uitzenden die het brein op zijn beurt kan lezen. Stel dat zulke interfaces worden gebruikt om een brein rechtstreeks aan te sluiten op het internet, of om verschillende breinen rechtstreeks met elkaar te verbinden, zodat er een soort inter-hersen-net ontstaat. Wat zou er met de menselijke herinneringen, het menselijk bewustzijn en de menselijke identiteit gebeuren als onze hersenen rechtstreeks contact kunnen maken met een collectieve geheugenbank? In zo’n situatie kan één cyborg bijvoorbeeld de herinneringen van een ander binnenhalen. Hij hoeft er niet naar te luisteren, er geen autobiografie over te lezen of te proberen zich er een voorstelling van te maken, maar hij kan ze bovenhalen alsof het zijn eigen herinneringen waren. Of haar eigen herinneringen. Wat gebeurt er met concepten als ons ego en onze genderidentiteit als we een geestelijk collectief gaan vormen? Hoe kun je jezelve kennen of je droom volgen als die droom niet in jouw hoofd zit, maar in een of ander collectief reservoir van idealen?
Zo’n cyborg zou niet meer menselijk zijn, of zelfs maar organisch. Het zou iets heel anders worden. Het zou zo’n fundamenteel ander wezen worden dat we de filosofische, psychologische en politieke implicaties daarvan met geen mogelijkheid kunnen overzien.