Uit Weekend Knack 18 november 2015 – door Sebastiaan Bedaux

Verrassend hoezeer ons leven nu al gestuurd wordt door robots en artificiële intelligentie, vaak zonder dat we het beseffen. En dat is nog maar het begin, want de sector staat op de drempel van de grote doorbraak. Maar wat als machines te slim worden ? Futurologen waarschuwen voor het einde van de mensheid. Feit of fictie ?

De afgelopen jaren zijn robots – en breder : kunstmatige intelligentie – langzaamaan deel gaan uitmaken van ons dagelijks leven. We staan er eigenlijk nauwelijks nog bij stil dat onze vloeren gestofzuigd worden door robots, dat onze vragen aan Google beantwoord worden door een ‘wezen’ met kunstmatige intelligentie, dat onze kinderen robotpuppy’s leren apporteren. “Wat vroeger sciencefiction was, is nu science”, weet Daniel H. Wilson (37), doctor in robotics en succesvol sciencefictionauteur. Wilson schreef bestsellers met titels als How to Survive a Robot Uprising, How to Build a Robot Army en Robopocalypse. De implicatie is duidelijk : wat we nu in scififilms zien, zou ooit weleens wetenschap kunnen worden. De kans dat intelligente robots de mensheid ooit zullen uitroeien, zoals in I, Robot of veel recenter nog in Ex Machina, kan dus niet afgedaan worden als klinkklare nonsens. Of toch ? “Het is hoogst onwaarschijnlijk, maar er zijn futurologen die er wel in geloven. Sterker nog, recentelijk hebben bekendheden als Elon Musk, Stephen Hawking, Noam Chomsky en Bill Gates grote bezorgdheid geuit over de mogelijke negatieve gevolgen van kunstmatige intelligentie. Over de wapenwedloop naar autonome wapens bijvoorbeeld. Dat vind ik dan wel weer behoorlijk realistisch.”

Eén van de belangrijkste believers van de robotopstand – of beter gezegd : van het einde van de mensheid zoals we die nu kennen – is de Amerikaan Ray Kurzweil, uitvinder, schrijver en futuroloog. Kurzweil schreef onder andere De singulariteit is nabij, waarin hij voorspelt hoe wetenschap en techniek zich de komende jaren ontwikkelen. Die singulariteit is een breekpunt in de toekomst waarop de technologische vooruitgang zo snel gaat dat mensen niet meer in staat zijn de samenleving te begrijpen. Het is meteen ook het tijdstip waarop de eerste vormen van kunstmatige intelligentie, of posthumans (verbeterde mensen met een opgevoerde intelligentie), hun verdere ontwikkeling in eigen hand gaan nemen. “Het menselijk brein heeft grote beperkingen, ons denken is extreem langzaam”, legt Kurzweil uit in zijn bestseller. “Onze biologische lichamen zijn eveneens kwetsbaar en blootgesteld aan talloze ziekten, nog afgezien van de moeilijke onderhoudsrituelen die ze nodig hebben. (…) De singulariteit zal ons in staat stellen om de beperkingen van ons biologische lichaam en brein te overstijgen. We zullen controle krijgen over ons lot. Onze sterfelijkheid zal in onze eigen handen liggen. We zullen zo lang kunnen leven als we willen. (…) Tegen het einde van deze eeuw zal het niet-biologische deel van onze intelligentie triljoenen maal triljoenen keren sterker zijn dan de niet-versterkte menselijke intelligentie. We bevinden ons nu in de beginfase van de overgang.”

HET EEUWIGE LEVEN

Op het eerste gezicht lijkt het futurologische quatsch, maar Kurzweil als zot afschilderen, is ook niet terecht. De man heeft elf eredoctoraten en kreeg eerbetuigingen van drie Amerikaanse presidenten. En in 2005 noemde Bill Gates hem “de beste in het voorspellen van de toekomst van kunstmatige intelligentie”. “En toch is de voorspelling van de singulariteit onzin”, aldus Wilson. “Als futuroloog creëert hij zijn eigen toekomst, waarin hij eeuwig voortleeft in een machine. Dat is zijn grote wens, maar ik zie dit niet binnen dit en honderd jaar gebeuren. Er gebeurt wel veel onderzoek naar, maar de technologische moeilijkheden zijn gigantisch.”

Wilson heeft zijn beroep gemaakt van schrijven over robots. Het verhaal van zijn New York Times-bestseller Robopocalypse werd zelfs gekocht door Steven Spielberg, die het wil omvormen tot een cinemasucces. “Ik ben niet bang van een robopocalypse. En eigenlijk is dat idee, dat van de singulariteit, het enige in mijn boek dat onwaarschijnlijk is. Er bestaan al exoskeletten die mensen bovenmenselijke kracht kunnen geven. Er bestaan al robots waarmee je kunt communiceren, zij het op een zeer simpele manier. Wat ik interessanter vind dan de vraag of de singulariteit zich zal voordoen, is de vraag hoe mijn kinderen zullen omgaan met robots. Als mijn dochter opgroeit met een robotpuppy, welke waarde zal ze dan hechten aan het leven ? Of hoe zullen we huisrobots behandelen ? Als slaven ? Welke boodschap geven we daarmee aan onze kinderen ? Daar lig ik wakker van.”

Ook de Belgische autoriteit op het vlak van kunstmatige intelligentie, Luc Steels, directeur van het Kunstmatige Intelligentie Laboratorium van de Vrije Universiteit Brussel, gelooft niet zo in de singulariteit. “Kurzweil heeft met deze uitspraak de aandacht willen vestigen op zijn boek, maar je moet die beweringen met een korrel zout nemen. Toch is het de laatste tijd weer bon ton om op de mogelijke gevaren van AI (artificial intelligence) te wijzen. Dat gaat in golven. Musk en Hawking zien gevaren, Kurzweil ziet kunstmatige intelligentie als een positieve evolutie, eentje die toelaat supermensen te creëren. Ik ben ondertussen al veertig jaar met de materie bezig en kan alleen maar zeggen dat we de laatste jaren enorme vooruitgang hebben geboekt op het vlak van kunstmatige intelligentie. De technologie erachter speelt een belangrijke rol in onze samenleving. Zoekmachines als die van Google bijvoorbeeld zijn volledig gebaseerd op AI. Veel mensen staan er niet bij stil, maar AI is al diep doorgedrongen in ons dagelijks leven. Als je op internet een reis plant, een vlucht van A naar B, dan doe je een beroep op kunstmatige intelligentie. Ook onze smartphones zitten vol met AI-toepassingen. We kunnen met andere woorden al vrij veel, maar de stap naar intelligente robots die koffie maken en boodschappen gaan doen – of erger nog : die de wereld willen overnemen – is nog ver weg. Er zijn nog een heel aantal fundamentele problemen waar voorlopig nog geen oplossing voor bestaat.”

AUTONOME WAGENS

Eén van die fundamentele problemen is communicatie. Luc Steels : “Kunstmatige intelligentie is nog altijd niet intelligent genoeg om te begrijpen wat er gezegd wordt. Bijvoorbeeld : je zoekt een vertaling, tikt een zin in en krijgt een antwoord. Die vertaling kan min of meer correct zijn, maar kan er ook ver naast zitten. Omdat het systeem niet probeert te verstaan wat je zegt of wilt. Het systeem geeft gewoon de beste mogelijkheid uit een database weer. Nu al zijn er firma’s die voor de vertaling van hun handleiding een beroep doen op Google Translate, maar dat is dus een recipe for disaster. Zolang we dit gebrek aan ‘betekenis’ niet aanpakken, lijkt het me niet zo’n goed idee om robots los te laten in de natuur. Je kunt bijvoorbeeld proberen een robot te bouwen die de plek van een dokter inneemt, die de problemen van de patiënt vaststelt en in zijn database naar een oplossing zoekt, maar dan vraag je om problemen. Ervaring en inzicht zoals een dokter die heeft, zijn onver
vangbaar. We mogen niet te veel capaciteiten toeschrijven aan technologie. Te veel autonomie geven aan een robot of een applicatie, zonder dat die enige vorm van ‘betekenis’ kan begrijpen, lijkt me een brug te ver.”

Een teveel aan autonomie is alleszins geen brug te ver voor de auto-afdelingen van Google, Apple of Tesla, die nu volop experimenteren met zelfrijdende wagens. “Volgens mij wordt de autonome wagen de grootste en populairste robot die we in de nabije toekomst in ons dagelijks leven zullen zien”, aldus Daniel Wilson, die zelf in Portland, Oregon, woont. “En drones natuurlijk. Ik heb een vriend die bij Amazon werkt en weet dat er een discussie gaande is over de verplaatsingsmethode van robots : te land of in de lucht. Zullen robots vleugels of benen hebben, daar gaat het over. En dit is geen sciencefiction. Binnenkort verwacht ik dat de boeken die ik besteld heb door een drone of robot afgeleverd worden. Ik weet ook zeker dat mijn kinderen geen rijbewijs meer zullen halen of een auto zullen kopen. Taxidienst Uber heeft nu al aangekondigd dat ze zo snel mogelijk met chauffeurloze voertuigen willen rijden. Ze hebben onlangs onderzoeksfaciliteiten gekocht en een veertigtal wetenschappers onder de arm genomen. Als ze geen chauffeurs meer nodig hebben, kan hun systeem veel efficiënter werken, wat dan weer goedkoper is voor de klant. Op een bepaald punt zal het voor stedelingen goedkoper zijn om Uber te gebruiken dan om een eigen auto te kopen en belastingen, benzine en verzekering te moeten betalen. En beeld je eens in wat er dan gebeurt : als niemand nog een eigen wagen gebruikt, heb je ook geen parkeerplaatsen meer nodig, zullen er nooit files zijn, kan een stad anders ingericht worden, stort de verzekeringssector ineen… Als je op het platteland leeft, blijft een eigen wagen natuurlijk wel een meerwaarde, maar ik verwacht in een niet zo verre toekomst steden met enkel chauffeurloze voertuigen. Behalve misschien voor die paar mensen met een echte passie voor vervuilende wagens, maar dat is babyboomersshit.”

Artificiële intelligentie kan volgens professor Luc Steels inderdaad snel een enorm verschil maken. “We moeten enkel opletten dat AI onderweg niet te veel slachtoffers maakt. Alle technologie heeft een disruptieve impact op de maatschappij, we moeten dus op tijd inspelen op de trends. Als mensen plots geen nood meer hebben aan eigen auto’s, kan de automarkt of verzekeringsmarkt in elkaar storten. Daar moet op tijd over nagedacht worden. Helaas heeft Europa wat dat betreft geen goed track record. Alleszins zal er een omslagpunt komen. Dat was ook zo voor het internet in de jaren negentig. Ik weet nog dat ik aan het MIT al internet en e-mail had in de jaren zeventig, maar toch duurde het tot het begin van deze eeuw voordat het echt ingeburgerd raakte. De computer had je ook al in de jaren vijftig, maar het was wachten op het ontstaan van de computerchip om ook personal computers te maken. Van kunstmatige intelligentie en robots is trouwens ook al lang sprake. Eind jaren negentig verkocht Sony al 250.000 exemplaren van zijn robothondje Aibo. Autonome robots zullen dus ook wel ooit komen, maar dat zal niet voor morgen zijn. Autonome wagens en kunstmatige intelligentie via het internet zijn dat wel.”