In de werken van Imre Kertész (1929) staat de Holocaust centraal. Hij ziet Auschwitz, oftewel de meedogenloze vervolging van en moord op de joden niet als een toevallige gebeurtenis, maar eerder als een gevolg van de ontmenselijking in de moderne tijd. Niet alleen het nationaal-socialisme, maar ook het communisme ziet hij als totalitaire staatsvorm die tot vernedering van de mens leidt. De mens, die ervoor moet kiezen slachtoffer of dader te worden. Collaboratie en compromissen waren nodig om te overleven. Opvallend genoeg is Imre Kertész niet eens negatief over zijn periode in Auschwitz en Buchenwald. Tegen Newsweek zei hij ooit:”Ik beleefde mijn meest wezenlijke geluksmomenten in het concentratiekamp. Je kunt je niet indenken wat het betekent om in het kampziekenhuis te mogen liggen, of om 10 minuten pauze te krijgen van onbeschrijflijke arbeid. Om zo dicht bij de dood te staan is ook een soort geluk. Alleen al het overleven is de grootste vrijheid die je kunt beleven”.