Sjmoeël stond op en begon in de kamer heen en weer te lopen tussen de boekenplanken. ‘Tot op zekere hoogte is het misschien mogelijk een volk te begrijpen dat al duizenden jaren lang de kracht van de boeken kent, de kracht van de gebeden, de kracht van de geboden, de kracht van de studie en het leren, de kracht van de religieuze toewijding, de kracht van het handeldrijven en de kracht van het bemiddelen, maar de kracht van de macht alleen maar kent van de slagen op zijn rug. En nu heeft het plotseling een zware knots in de handen. Tanks en kanonnen en straaljagers. Het is alleen maar natuurlijk dat het dronken wordt van de macht en gaat geloven dat het met de kracht van de macht alles kan bereiken wat het maar wil. En wat kun je volgens u op geen enkele manier bereiken met macht?’
‘Hoeveel macht?’
‘Alle macht ter wereld. Neem de gezamenlijke macht van de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie en Frankrijk en Engeland. Wat zou je op geen enkele manier kunnen bereiken met zo’n macht?’
‘Ik denk dat je met zulke macht alles kunt veroveren wat je maar wilt. Van India tot Afrika.’
‘Dat denkt u. Dat denken de Joden in Israël omdat ze geen idee hebben wat de grenzen van de macht zijn. De waarheid is dat alle macht ter wereld een vijand niet in een vriend kan veranderen. Hij kan een vijand in een slaaf veranderen, maar niet in een kameraad. Met alle macht ter wereld kun je een fanaticus niet veranderen in een tolerant iemand. En met alle macht ter wereld kun je een wraakzuchtige niet veranderen in een vriend. En kijk, dat zijn nu net de existentiële problemen van de staat Israël: een vijand in een vriend veranderen, een fanaticus in een gematigd iemand, een wraakzuchtige in een kameraad. Heb ik daarmee gezegd dat wij geen militaire kracht nodig hebben? Geenszins. Zo’n dwaze gedachte zou nooit bij me opkomen. Ik weet net zo goed als u dat de macht, onze militaire macht, op elk moment, ook op dit moment dat u en ik hier zitten te discussiëren, tussen ons en onze dood staat. De macht heeft de kracht om tijdelijk onze vernietiging te voorkomen. Op voorwaarde dat we ons altijd zullen herinneren, op elk moment, dat de macht in ons geval alleen kan voorkomen. Niet kan oplossen.’