Hoe de Duits-Joodse zakenman Leonhard Tietz Antwerpen 120 jaar geleden weer op de kaart zette

Plaatje hierboven: De Joodse zakeman Alfred Leonhard Tietz en zijn warenhuisketen Kaufhauskette Tietz zoals de Grand Magasins Leonhard Tietz, hier op de Meir 82 te Antwerpen, tegenwoordig Galeria Inno [beeldbron: Bild]

Artikel uit Brabosh – Een Ander Israëlisch geluid – 6 december 2019

Op het einde van de 19de eeuw tot aan het begin van de 20ste eeuw aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog bestond er in Antwerpen een bloeiende Duitse kolonie van rijke Duitse handelaars en ondernemers. Antwerpen was immers met zijn haven en centrale ligging de ideale haven voor ondernemende Duitsers.

Een eerst golf van Duitse families kwam al in de Napoleontische tijd (rond 1800), toen de haven open ging. Hoewel na de scheiding van Nederland/Belgie in 1830 de situatie verslechterde, kon Antwerpen de vaart der volkeren bijhouden. De opening van de ijzeren Rijn (1843 – directe verbinding met Keulen en het Ruhrgebied) en de definitieve afkoop van de Scheldetol (1863) gaven nieuwe impulsen.

Het echtpaar Flora en Leonhard Tietz ca. 1880

Een niet te onderschatten momentum was ook de Frans-Duitse oorlog (rond 1870). Veel Duitse ondernemers uit Le Havre, besloten zich toen te vestigen in Antwerpen. Onder hen de Duitse-Joodse familiedynastie Leonhard Tietz. In het bijzonder Leonhard Tietz (1849-1914) en zijn zoon Alfred Leonhard Tietz (1883-1941) bleken enorm vooruitziende en inventieve ondernemers te zijn.

Leonhard Tietz was een Joodse koopman afkomstig uit Birnbaum, de ‘Wieg van de Duitse Warenhuis’ genoemd en tegenwoordig het Poolse Międzychód in het voormalige Oost-Pruisen. In 1879 richtte Tietz zijn eerste band- en garenwinkel op in het Noord-Duitse Stralsund. Zijn handelszaken breiden zich enorm snel uit in Duitsland en Tietz richtte zijn ogen naar het buitenland.

Rond 1897 vestigde Leonhard Tietz vestigde een filiaal van zijn modehuis aan de Melkmarkt in Antwerpen. Toen de werken voor de verbreding van de Meir en de Leysstraat aanvingen, was hij er snel bij om op deze locatie een nieuw, monumentaal winkelpand te bouwen. Hij opende op 29 april 1901 zijn ‘Grand Magasins Leonhard Tietz‘ op de Meir nr. 82, een gebouw in eclectische stijl naar een ontwerp van architect Joseph Hertogs. (openingsposter hierboven).

Vanaf 1910 vergrootte Tietz zijn winkel en huurde hij ook het naastliggende hoekpand, de voormalige elektriciteitswinkel Moyson. Volgens het verkoopprincipe kleine winstmarges voor een grote omzet, opende Leonhard Tietz het eerste warenhuis in Antwerpen dat een enorm succes bleek.

De zoon van Leonhard, Alfred Tietz, kwam in 1910 in het bestuur van Magasins Tietz en breidde samen met zijn vader de zaken verder uit. In 1909 trouwde hij met de in Berlijn geboren dochter van een Joodse koopman, Margarete Caecilie Dzialoszynski. Na de dood van zijn vader in 1914 nam Alfred op 31-jarige leeftijd het warenhuis Leonard Tietz AG over dat toen reeds 5.000 mensen tewerk stelde.

Het warenhuis op de Meir telde 45 afdelingen voor de verkoop van de meest uiteenlopende artikels, gaande van kleding, linnengoed, reukwaren en nouveautés, tot meubels, speelgoed, tafel- en huishoudgerief, naast diensten als een kapper, fotostudio en ‘bar automatique’. Deze ‘zelfbedienings bar’ was de eerste in zijn soort in het land die Tietz in zijn warenhuis op de Antwerpse Meir introduceerde.

Razend populair in Antwerpen – voor, tijdens en na de Eerste Wereldoorlog – was de strohoed of ‘canotier’, in de Antwerpse volksmond “den tits” gedoopt die door Tietz in de koekestad werd gelanceerd. Haast alle Antwerpse mannen liepen met een dergelijke ‘tits’ op het hoofd. In het begin van de 20ste eeuw zong de Antwerpenaar vrolijk: “In dat klein klein klein bazaarke; Van Leonarke, van Leonarke; Van Leonarke aan de Meir.

Plaatje hierboven: In Lier (nabij Antwerpen) is ‘den Tits’ (van Leonhard Tietz), de platte strooien hoed met het zwarte lint die zo populair was tijdens het interbellum, weer helemaal ‘in’ en willen de organisatoren van Lier Kermis met de slogan ‘Zet met Lier Kermis de Tits weer op‘ de hoed weer tot vast patrimonium vestigen [beeldbron: Leo Van Der Linden/Het Nieuwsblad]

Na het einde van de Eerste Wereldoorlog werden de warenhuizen van Tietz in Antwerpen en Brussel onder sekwester geplaatst en in 1920 door de Belgische Staat verkocht aan Les Grands Magasins A l’Innovation. Sinds 1922 en dat tot op heden is dit gebouw in eigendom van en uitgebaat door L’ Innovation/Galeria Inno.

Het Brusselse filiaal van Les Grands Magasins Leonhard Tietz dat na WOI eveneens in handen was gekomen van L’ Innovation, brandde in de namiddag van 22 mei 1967 volledig uit waarbij toen 251 doden en 62 gewonden vielen. Het werd nadien heropgebouwd en heet sindsdien Galeria Inno.

Onder leiding van van zoon Alfred Tietz concentreerde het bedrijf zich vervolgens op de warenhuizen in Duitsland. Alfred had de Tietz-groep in 1929 al uitgebreid tot 43 vestigingen met 15.000 werknemers. Kort na de ‘machtsovername’ door Adolf Hitler werd op 1 april 1933 een oproep gedaan voor een boycot van Joodse bedrijven.

Plaatje hierboven: Een lid van de SA posteert voor de inkom van het Warenhuis Tietz in Berlijn tijdens de boycot van Joodse handelszaken (Judenboykott) op 1 april 1933 [beeldbron: Wikipedia]

Tietz zelf bleef aanvankelijk lid van de raad van bestuur, maar werd geconfronteerd met de SA-terreur tegen verschillende vestigingen en geconfronteerd met de bankdreiging om alle kredietlijnen te beëindigen, die in dezelfde maand de Raad van Bestuur dwong tot afreden. Als gevolg van de ‘Arisierung’ door de Nazi’s vroeg Alfred zijn ‘Arische’ vriend Otto Baier om het management van de warenhuisgroep over te nemen.

Op 3 april 1933 nam Alfred Tietz zijn ontslag uit het erebestuur en op 25 september 1934 uit de Raad van Commissarissen van de Groep. Hij en zijn partner Julius Schloss moesten hun aandelen, die in de loop van de haatcampagne waren gedaald van 300% naar 11%, verkopen aan de nieuwe meerderheidseigenaars. De eigenaren van de groep, die in juli 1933 werd omgedoopt tot ‘West-Duitse Kaufhof’, worden sindsdien beheerd door Commerzbank, Deutsche Bank en Dresdner Bank.

Plaatje hierboven: Op 18 maart 2019 werd Alfred Tietz bedacht met twee Stolpersteinen in zijn voormalige huis Parkstraße 61, te Keulen en op zijn werkplaats in Gürzenichstraße 2 [beeldbron: Wikiwand]

Alfred Tietz vluchtte in 1933 met zijn vrouw Margaret uit angst voor antisemitische acties, eerst uit Keulen in 1935 onder het gezag van het permanente Saargebied van de Volkenbond. In 1934 emigreerde hij naar Amsterdam, waar al in april 1933 zijn moeder Flora en zijn drie kinderen naartoe waren gevlucht.

Door fortuinlijke omstandigheden kon hij in 1940 net vóór de invasie van de Wehrmacht op 15 mei 1940 uit Amsterdam ontkomen aan de nazi’s met het laatste schip dat naar het Britse Mandaat voor Palestina, aka Israël, afvoer. Alfred Tietz stierf op 4 augustus 1941 in Jeruzalem op 57-jarige leeftijd. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog ontving het gezin een financiële vergoeding, maar zijn vrouw Margaret en kinderen wilden nooit meer in Duitsland wonen.

Plaatje hierboven: Galeria Inno op de Meir 82, het voormalige Grands Magasins Leonhard Tietz te Antwerpen in 1910 door Leonhard Tietz samengevoegd met het hoekhuis, voorheen de electriciteitswinkel Moyson [beeldbron: INNO]

Een reactie achterlaten