De Joodse dichteres Louise Glück wint de Nobelprijs voor Literatuur
Louise Glück, de Amerikaanse kleindochter van Hongaarse joden, ontving donderdag de Nobelprijs voor de Literatuur.
De 77-jarige Glūck werd bekroond ‘voor haar onmiskenbare poëtische stem die met een sobere schoonheid het individuele bestaan universeel maakt‘, schreef het Nobelcomité in zijn aankondiging.
Haar poëziebundels – die brede en pijnlijke onderwerpen onderzoeken, zoals gezinsleven, trauma en veroudering – omvatten de boeken ‘The Wild Iris‘ (zie onderaan), ‘Meadowlands‘, ‘The Triumph of Achilles‘ en ‘Ararat‘.
Louise Glück werd geboren in New York City op 22 april 1943. Ze is de oudste van twee overlevende dochters van Daniel Glück, een zakenman, en Beatrice Glück (geboren Grosby), een huisvrouw. Glücks moeder was van Russisch-joodse afkomst, terwijl haar grootouders van vaderskant Hongaarse joden waren die naar de Verenigde Staten emigreerden, waar ze uiteindelijk een kruidenierswinkel in New York bezaten.
Glücks vader was het eerste lid van zijn familie dat in de Verenigde Staten werd geboren. Hij had de ambitie om schrijver te worden, maar ging in zaken met zijn zwager. Samen behaalden ze succes toen ze het X-Acto Knife uitvonden.
Glücks moeder was afgestudeerd aan Wellesley College. In haar jeugd leerden haar ouders haar Griekse mythologie en klassieke verhalen zoals het leven van Jeanne d’Arc. Louise Glück begon al op jonge leeftijd poëzie te schrijven.
In 2003 werd Glück werd de Amerikaanse Laureaat voor Poëzie en in 2015 ontving zij een National Humanities Medal uit de handen van president Barack Obama. Ze is de eerste Amerikaanse en eerste Joodse schrijver die de prijs wint sinds songwriter Bob Dylan deze in 2016 won.
In haar werk heeft Glück zich gefocut op het verlichten van aspecten van trauma, verlangen en natuur. Bij het verkennen van deze brede thema’s is haar poëzie bekend geworden om zijn openhartige uitingen van verdriet en isolement. Wetenschappers hebben zich ook geconcentreerd op haar constructie van poëtische persona’s en de relatie, in haar gedichten, tussen autobiografie en klassieke mythe.
Voor ‘The Wild Iris’ (De Wilde Iris) ontving Louise Glück in 1993 de Pulitzerprijs voor poëzie, zowat de hoogste prijs in de literatuur.
De wilde iris
Aan het eind van mijn lijden
was een poort.
Hoort: wat jullie dood noemen
herinner ik mij.
Geluiden, boven me, schurende dennentakken.
Daarna niets. De zwakke zon
fladderde over de droge grond.
Het is vreselijk te overleven
als bewustzijn
begraven in de donkere aarde.
Toen was het voorbij: dat wat jullie vrezen, bezield
te zijn en niet in staat
tot spreken, eindigde abrupt, de stugge aarde
gaf een beetje mee. En wat ik hield
voor vogels schoot lage heesters in.
Jullie die je de overgang
uit de andere wereld niet herinneren
ik zeg jullie ik kon weer spreken: wat er ook
terugkeert uit vergetelheid keert terug
om stem te vinden:
uit het hart van mijn leven spoot
een grote fontein, diepblauwe
schaduwen op een azuren zee.