Volgens Russ is dit een ander soort geschiedenis. Volgens hem zullen ze hier iets van meenemen dat hen allen op een zeldzame manier met elkaar verenigt, dat hen verbindt met een herinnering waar een beschermende kracht van uitgaat. Mensen klimmen in lantaarnpalen op Amsterdam Avenue en claxonneren in Little Italy. Is het niet mogelijk dat dit ogenblik midden in de eeuw permanenter in de huid doordringt dan de reusachtige, zich ontwikkelende strategieën van eminente leiders, van zonnebrillen dragende generaals met hun stalen voorkomen – de in kaart gebrachte visioenen die onze dromen binnendringen? Russ wil geloven dat zoiets als dit ons op een of andere ongrijpbare manier beschermt. Dit is iets dat straks in zijn hersens pulseert wanneer de oude dag zich aandient en hij de dingen dubbel gaat zien en aanvallen van duizeligheid krijgt – dat idee van een vloedgolf, die sprong van mensen die al stonden, die opvlucht van lawaai en blijdschap toen de bal de tribune in vloog. Dit is de geschiedenis van het volk en die is met vlees en bloed en adem bedeeld die vurig reageren op de kracht die er van deze oude, veilige sport van ons uitgaat. En supporters die er vandaag bij zijn in de Polo Grounds zullen er straks hun kleinkinderen kunnen van vertellen – zij zijn straks de breedsprakerige oude mannetjes die halfvoorover in de volgende eeuw hangen en hun best doen, met hun naar medicijnen ruikende adem op hen inwerkend, iedereen ervan te doordringen dat zij hier bij waren toen het gebeurde.