Ivie komt binnen en kijkt niet naar hem. Zij heeft er een handje van niet naar hem te kijken, een hebbelijkheid die eens wetenschappelijk onderzocht zou moeten worden. Zo goed is ze daar namelijk in, met één blik kijkt ze het hele vertrek rond en hem ziet ze daarbij dan volslagen over het hoofd – dat vraagt toch om nader wetenschappelijk onderzoek met het oog op bruikbaarheid ervan in het leger.