Juist daarom moet de literatuur haar vrijheid ten volle benutten

RUSHDIE: Ik geloof niet dat literatuur een zekere functie heeft. Dat je er een zeker doel mee kunt bereiken of zo. Nee. Nee. Nee. Maar – we hadden het over identiteit – literatuur heeft altijd goed beseft dat identiteit iets ingewikkelds is. Dat de aard van het menselijke wezen nooit homogeen is. Iedereen barst van de tegenstrijdigheden. Dat maakt literatuur tot kunst. En in deze tijden waarin we allemaal te horen krijgen dat we onszelf moeten definiëren, duidelijkheid over onszelf moeten verschaffen, kan het helpen om een paar romans te lezen die ons ervan bewust maken dat we ontzettend veelzijdig zijn. Literatuur is geen politiek, maar kan wel politieke gevolgen hebben. Ze kan een portret van de actualiteit neerzetten.

‘Wij waren de monsters die we altijd gevreesd hadden’, staat er in uw roman “De familie Golden”

RUSHDIE: Dat is het centrale thema van het boek. Of het mogelijk is tegelijkertijd slecht en goed te zijn. Ik denk dat het antwoord is: blijkbaar wel. Maar goed, mij kan het werkelijk niet schelen of Hitler aardig was voor zijn hond of geen vlees at. In een aantal gevallen is het onevenwicht zo drastisch dat de vraag niet relevant is. Maar de meeste mensen hebben toch evenveel goede als slechte kanten. We hebben allemaal dingen gedaan waarvoor we ons schamen en dingen waar we trots op zijn. Ook Nero Golden is een heel dubieus man. Ik wilde iemand met wie je kunt meevoelen zonder dat je hem zijn misdaden vergeeft.