Hij had haar leven ontwricht. Ze had allang een man gehad als hij er niet was geweest. Hij was aan haar gewend geraakt, zowel geestelijk als fysiek. Niet lang geleden had hun verhouding een crisis bereikt: bitterheid was erin geslopen, de verwijten en wrijvingen van twee mensen die niet mét en niet zonder elkaar konden leven. Maar ruzieën, en het goedmaken en dan weer woorden krijgen was één ding, en een definitieve breuk een tweede. Dat was de dood. Hoe vaak maak je het uit? Hoe zet je ergens een punt achter? Alleen God heeft die macht.