Ze hield het enige pleidooi voor het hindoeïsme dat Milford ooit had gehoord. ‘In tegenstelling tot het boeddhisme en het katholicisme,’ legde Shanta in haar precieze, zangerige Engels uit, ‘verheerlijkt het hindoeïsme het celibaat allerminst. Het leert dat het leven fasen kent, en elke fase is heilig. Het zegt dat seksualiteit deel uitmaakt van het leven, en zakendoen ook – een man verdient de kost voor zijn gezin, en vervult daarmee zijn plicht jegens de maatschappij. In de laatste fase van zijn leven is het hem toegestaan bij zijn gezin weg te gaan en een zoeker te worden naar God en de uiteindelijke betekenis van het leven.’