Uit Knack van 30 maart 2016
Ook na de aanslagen in Brussel zullen hoeraberichten over tolerantie en kaarsenwakes niets aan de realiteit veranderen, meent Jonathan Holslag. Onderzoek wijst namelijk uit dat de Belgen steeds meer verdeeld zijn over thema’s als migratie en integratie.
Jonathan Holslag (1981) is professor internationale betrekkingen aan de VUB.
In de nasleep van de gruwelijke aanslagen in Brussel circuleerden er in de klassieke en op de sociale media talrijke beelden van samenhorigheid: moslims hand in hand met niet-moslims, Brusselaars van allerlei slag vreedzaam met krijt in de weer op de stoep van de Anspachlaan. De berichtenschrijvers die ik op Facebook las, deden hun uiterste best om matigend over te komen. Zij benadrukten dat niet alle moslims terroristen zijn, dat we vooral de voedingsbodem van het radicalisme moeten neutraliseren en dat het sluiten van de grenzen geen oplossing biedt. De Nederlandse journalist Rob Wijnberg wijdde er meteen een stuk aan. Zijn insteek: hoewel gematigde stemmen zelden voor krantenkoppen zorgen, is nagenoeg iedereen nuchter en genuanceerd, en dus niet geneigd om zich te laten meeslepen door angstzaaierij van rechts. Maar klopt dat beeld?
Ik vrees dat mensen als Wijnberg dezelfde fout maken als de progressieven die de voorbije decennia dachten dat het goed zou komen met de multiculturele samenleving, dat de migranten zich geleidelijk aan wel zouden integreren. De samenleving als een grote smeltkroes, weet u nog? In de meeste Europese landen hebben we die veronderstelling op een pijnlijke manier moeten herzien: de integratie liep namelijk niet zo vlot. Op dezelfde manier riskeert gematigd Europa de komende jaren op een heel onsentimentele manier geconfronteerd te worden met een tweede desillusie. De meeste burgers zijn namelijk helemaal niet zo ‘matigend’ of ‘centrum’ als Wijnberg beweert. De Europese samenleving is vooral erg verdeeld. Dat heeft aanzienlijke gevolgen voor de verstandhouding met de groeiende groep moslims in Europa. (…)
Het beeld van het ‘grote gematigde midden’ klopt dus niet. Migratie en de islam verdelen de autochtone bevolking. En dat is nog maar één kant van het verhaal. 40 procent van de moslims in Spanje, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk ervaart de Europeanen als vijandig ten aanzien van hun gemeenschap. Ongeveer 30 procent van de moslims in Europa geeft aan te worden gediscrimineerd. Dat gevoel van discriminatie zet hen doorgaans aan om zich verder terug te trekken uit de samenleving. Het wederzijdse onbegrip is dus groot. Daarmee zijn in Europa voldoende elementen aanwezig voor een botsing der beschavingen, een clash tussen gemeenschappen. Ze zien hun cultuur als onverzoenbaar met de andere.
De uitdaging zal alleen maar groter worden. Aanslagen zoals in Parijs en Brussel vergroten het wederzijdse wantrouwen. Niets sluit uit dat er nieuwe drama’s in Europa zullen volgen. De Europese veiligheidssituatie blijft verslechteren. Naast Irak, Libië, Syrië en Afghanistan staan vele andere staten onder druk. Jordanië, Turkije, Egypte en Algerije worstelen met instabiliteit en de zwarte vlaggen van de IS, Al-Qaeda en Boko Haram zullen in de journaals blijven opduiken. De migratiedruk op Europa wordt gigantisch. De bevolking in Noord-Afrika en het Midden-Oosten zal de komende 25 jaar met 130 miljoen groeien. Tezelfdertijd zal de moslimbevolking in ons eigen land groeien van 6 tot minstens 9 procent. In het Brussels Gewest zal tegen 2030 ongeveer 30 procent van de bevolking moslim zijn, in Antwerpen 25 procent.
Dat het tolerantere deel van de bevolking niet kan vatten voor welke uitdagingen we staan, is gevaarlijk. Men kan zich eigenlijk perfect voorstellen wat er zal gebeuren. Er zullen zich nieuwe terreurdreigingen en vluchtelingendrama’s voordoen. De progressieven in de samenleving zullen zich opnieuw op de borst kloppen over het korte, euforische gevoel van verbondenheid dat daarop volgt, de marsen, de kaarsjeswaken, de steunbetuigingen via sociale media. Maar telkens opnieuw zullen het wederzijdse onbegrip en de intolerantie groeien. Misschien niet altijd even uitgesproken, maar de polarisatie zál toenemen, tot op het punt dat die zich vertaalt in een regelrechte politieke impasse met rechtse populisten wier discours onontkombaar wordt.
Als we het goed menen met onze maatschappij en willen bouwen aan een harmonieuze samenleving, mogen we ons dus niet beperken tot hoeraberichten over tolerantie. Door het ideaal van een multiculturele samenleving verkeerdelijk voor de realiteit te nemen, zouden we dezelfde fout maken als in het verleden. Erkenning van de spanningen is een eerste stap. Vervolgens moeten we op zoek naar de verklaringen. Als we de fout van de miskenning willen rechtzetten, wacht ons onvermijdelijk een lange, moeizame weg.