Uit ‘Waarover men niet spreekt’ door Wim Van Rooy

Andere landen die op het slagveld overwinnen, dicteren de vredesvoorwaarden. Maar als Israël wint, moet het smeken om vrede (Eric Hoffer). De woorden van Lord Byron zijn hier toepasselijk: “The wild dove hath her nest, the fox his cove, mankind their country – Israël but the grave’.
Het zwaartepunt van de oorlog werd door Hamas verlegd van het strijdtoneel naar de beeldindustrie, en daarin is men volkomen geslaagd: de brave en wat dommige Lambiek-westerling, genre viroloog Marc Van Ranst, ziet slechts het einde van de film en bekommert er zich niet om de complexiteit van deze geschiedenis recht te doen. Maar eigenlijk is die geschiedenis erg eenvoudig samen te vatten in de eeuwenoude droom van de islam dat de Joden dood moeten en in de niet minder eeuwenoude uitspraak dat de Jood altijd schuldig is. Laten we ook niet vergeten: Hitler was een groot psycholoog. Zijn uitgangspunt was: om enige credibiliteit te verwerven moest een leugen zo immens groot zijn dat niemand ook maar zou kunnen geloven dat wie dan ook de onbeschaamdheid zou hebben de waarheid zo schandalig te verdraaien.
De grote leugen is hier het zogenaamde verdriet van Hamas om zijn doden. Het door het Israëlische leger gevonden handboek (behorend tot de Shuja’iyya-brigade van Hamas) is ook zo’n typisch voorbeeld van het soort perversiteiten dat je niet aan de westerse man kunt brengen. Het vertelt in detail hoe menselijke schilden alleen maar (en zeer intentioneel) voordeel opbrengen: de Israëli’s durven niet zo direct te richten, en verwoeste huizen en lijken brengen op want de westerse media helpen mee in het verspreiden van de leugen, zeker als Hamas een van zijn tranerige freak-shows opvoert. Die leugen is ‘pensée unique’ geworden, en zoals bij Hitler gaat de vrije meningsuiting er het eerst aan: kritiek op de islam (en zeker ook op Hamas) wordt dan islamofobie, of men beschuldigt de verdediger van Israël ervan een halve nazi te zijn, want zoals bekend zijn de Joden hele nazi’s. History upside down.