Behalve onder de koude, lijden de geïnterneerden onder het op elkaar geperst zitten, het lawaai, het totale gebrek aan privé-leven. Beter dan wie ook beschrijft Leopold Flam de sfeer die in het SS-Sammellager heerst:

‘Maandag 31 mei 1943
Het verblijf in het Sammellager is moeilijk en hard. Het schijnt me dat de afzondering in een cel veel gemakkelijker te dragen zou zijn dan deze onophoudelijke aanwezigheid om me heen van personen van allerlei soort. Vidal zegt me dat hij het meest verlangt naar een beetje stilte, naar een vreedzame eenzaamheid. Wij delen allen dit verlangen. De mooiste muziek is de stilte. Hoe benijdenswaardig: een eenvoudige kamer, een tafel, enkele stoelen, een bibliotheek, enkele foto’s en vooral rust, geen lawaai. Wij hebben allen behoefte aan een bad van stilte. (…) Ik beleef dagen van wanhoop en melancholie. Ik kon de stemmen van mensen bijna niet meer horen. Hun gelach, hun grappen, hun ruzies zijn me ondraaglijk’.

Een reactie achterlaten