Ongeveer 20 jaar geleden had ik een blog dat als erg succesvol gold, het was in de periode net vóór Facebook en de interactie geschiedde enkel via de blogs onderling. Het lijkt nu onvoorstelbaar, maar in de piekmomenten scoorde ik tot 1.000 lezers per dag, een teller gaf expliciet zichtbaar voor iedereen de dagelijkse toestroom aan, het leek soms wel een overstroming. Ik paste indertijd een nogal confronterende schrijfwijze toe, mijn stijl was uitdagend en de inhoud vaak controversieel, eigenlijk maakte ik er een pikant en plezant spelleke (voor mezelf) van: de lezers provoceren en zoveel mogelijk replieken uitlokken, dat lukte wonderwel. Ik kreeg ontelbaar veel volk over me heen, dat me attaqueerde met hun kwaaie reacties en me verbaal uitschold.
Ach, het klinkt misschien wat raar, maar ik genoot daar wel van, ik schreef om te shockeren, ik onderhield wat men toen letterlijk noemde: een shockblog.

Toch was het niet zomaar kwaadwillig opzet van mezelf, ik wou vooral ingaan tegen de saaiheid van de goegemeente en hun voorspelbare meningen, hun immer opdringerige vooringenomenheid en hun vastgeroeste ideeën. Ik leek voor de meesten een “aandachstfreak”, een aanstellerige betweter, toch bedoelde ik het goed: misschien overschatte ik mezelf, maar in mijn bescheiden navolging van de schrijver Louis-Paul Boon (mijn idool)  wou ik “de mensen een geweten schoppen”, hoog gemikt van mij en ook met een flinke dosis naïviteit. Hoe dan ook, ik heb me “gesmeten” in die tijd, en daar heb ik geen spijt van gehad, ook ben ik mijn behoorlijk aantal volgers (gulle supporters) nog dankbaar, lezers en vooral lezeressen, die onvoorwaardelijk fan werden, dat kon heel ver gaan, zoals blijkt uit onderstaand verhaal van de vamp Deborah. 

Deborah was een dame uit Oost-Vlaanderen, een jaar of tien jonger dan ik, en absolute volgeling van mijn tegendraadse epistels: wat ik vertelde op mijn blog was evangelie voor haar. Ze was zo trouw aan mij dat ze me ook volgde telkens ik van auteursnaam veranderde, ik deed dat meermaals, om iedere keer weer scherper toe te slaan, uit weer een andere hoek. Ik moest me ook beroepshalve indekken – als lid van de Federale Politie – ik waakte er over dat mijn ware identiteit niet werd ontdekt. Maar aan Deborah gaf ik wel op voorhand de nodige tips om mijn spoor te kunnen blijven volgen. Als beloning stuurde ze me expliciete foto’s van zichzelf: niet slecht dacht ik dan, een slanke madam met rondingen waar het nodig was, hoog opgestoken blond haar en, jawel, een onmiskenbaar sexy uitstraling. Ik voelde ze na verloop van tijd steeds dichterbij komen, ze begon me ook privé te contacteren, eerst via mail en daarna wou ze me dringend bellen: neen, zei ik, en iets later, aarzelend… ja. Van dat telefoongesprek kwam een eerste afspraak, en raar maar waar, reeds op dat ogenblik was de chemie weg voor mij, er was geen mysterie meer aan die vrouw omdat ze plots levensgroot heel concreet aanwezig was naast mij. Ik stelde bij mezelf vast dat ik meer van de vage droom had gehouden dan van deze te snelle realiteit, dit was verre van dat initiële sexappeal. Er is toch een vage en halfslachtige relatie gevolgd, zij pakte me in met alles wat ze voorhanden had aan haar lijf, ik liep een tijdje met haar op, in de ban van niks anders dan mijn eigen… ijdelheid, zoiets als: kijk mij, met die schoon madam aan mijn zijde. Ach, geestelijke armoe troef, achteraf bekeken.

Deborah was wel degelijk een vrijgevochten vrouw, ze ging onverstoorbaar haar eigen weg, ze vond haar hoogst persoonlijke normen en waarden uit. Ze had lak aan de normale verwachtingen van de samenleving, met inbegrip van haar familie en… zelfs haar gezin met vier kinderen én haar man, een harde werker die Deborah blindelings aanbad, zij was voor hem zijn prinses, ondanks haar strapatsen met andere mannen. Deborah heeft hem ook haar contacten met mij opgebiecht, die zomaar niet onschuldig waren, maar zijn reactie was enkel: ik was welkom bij hen thuis, hij wou kennismaken met die baldadige blogger uit Leuven. Zo ver heb ik het niet laten komen, dat was de brug te ver voor mij, en eerlijk gezegd: hoe meer Deborah aanklampte bij mij, hoe meer ze mij begon te vervelen.
Ik respecteerde haar vrije levensstijl en ik bewonderde zeker haar eerlijkheid, maar ik miste vooral iets zoals innigheid, haar losbandige vrijheidsdrang en haar aanverwante gedrag stonden haaks op intimiteit, dat was de les die ik op minstens indirecte wijze leerde uit mijn tijdelijke omgang met haar. Elke nieuwe ontmoeting verliep voor mij met tegengoesting, ook de erotische spanning verschrompelde, ik had geen enkel warm gevoel meer voor Deborah, zelfs haar hitsige aanzetten tot seks konden hier niks meer goedmaken. Eigenlijk was ik keihard mezelf tegengekomen, ik wist opeens dat ik geen behoefte had aan een vrouw die er blits en aantrekkelijk uitzag, maar met wie ik innerlijk – vanuit mijn diepste binnenkant – niet kon omgaan. Het contact is dan langzaam verwaterd tussen ons, ze mailde me nog wel met verhit nieuws over haar verdere liefdesescapades, zoals met de burgemeester van het dorp – tevens een volksvertegenwoordiger – die ze had “binnengedaan” na het jaarlijks gemeentebal ter ere van die (nationaal) bekende man. Omdat het toch anoniem is klap ik op mijn manier uit de biecht: die parlementaire kerel had haar tegen de ochtend een lift naar huis gegeven en Deborah had van de gelegenheid gebruik gemaakt om hem wat op te vrijen, zijn geilheid was met hem aan de haal gegaan, en voilà, de verleide vogelaar zat gevangen tussen de dijen van Deborah. Dit overspelige feit bleek nadien niet ongunstig te zijn geweest voor haar kleine carrière binnen de lokale… katholieke partij. Niet vergeten dat zij voor haar dorpsgenoten niets verborgen hield van haar ongeremde seksleven, en daarom ga ik haar ten slotte ook niet veroordelen, Deborah was nooit achterbaks of onbetrouwbaar, maar dankzij haar weet ik dat de vrije liefde niet mijn ding was.

De beste vriendin van Deborah was Rebecca, de flamboyante echtgenote van een plaatselijke huisarts. Uit de mails van Deborah wist ik dat Rebecca er exact hetzelfde levenspatroon op nahield, ze was in even grote mate een “mannenverslindster”, en liefst nog in intieme samenwerking met Deborah, maar met dit wezenlijke verschil: ze deed het clandestien, als ze “schuin marcheerde” was het in den duik. Deborah heeft me meer dan een keer gevraagd om komen kennis te maken met Rebecca, dat konden we met ons gedrieën ongeremd onze lusten botvieren. De dames zouden voor een aangepaste locatie zorgen, de verwennerij was verzekerd, alles volgens onbeperkte vrijheid en zonder verplichtingen achteraf. Dit leek me weer zo’n natte droom, ik kwam in de verleiding, ik twijfelde en zei ja, maar meteen daarna: neen. Ik geloofde eigenlijk niet meer in die sprookjes die ik mezelf – met verhitte hulp van wulpse dames – riskeerde aan te praten, ik was door zoveel erotische schade en seksuele schande rijper en vooral wijzer geworden, met nog meer honger, dorst en bereidheid naar de enige echte liefde. Die zat er aan te komen, pas zovele jaren later, maar dat was waarlijk een hemelse beloning, de opstap in de ultieme en eeuwige droomvervulling.

Ik wens de “liefdesnimfen” Deborah en Rebecca niettemin nog veel succes, ik hoop dat zij die man zullen tegenkomen waarvoor zij – liefst apart – definitief vallen. Dat is de max!