Wij laten onze winkelwaar aan huis leveren, wat een groot en schoon gemak. Dat kost een paar euro’s meer, maar alla, wij kopen ons comfort graag af. Een luxueus leventje heb je altijd een beetje zelf in de hand. Tenminste als de leveranciers wat meewerken, daarin is winkelketen Delhaize meestal voorbeeldig. De bestellingen kunnen makkelijk op digitale wijze gebeuren, ik snap er zelf  geen snars van, maar ik ben gelukkig met een blond genie gehuwd. Mijn geliefde winkelt dus met de computer, ze maakt haar ronde door de rekken op het scherm, waarna ook een favoriet tijdslot kan bepaald worden. Dan laten wij de boodschappenbode bijvoorbeeld komen tussen 11 en 13 uur, wat meestal perfect lukt. Dat zo’n jongeman dan geen gebenedijd woord Nederlands praat noch verstaat, nemen wij er node bij. Ons beider beheersing van het Frans is bijna vlekkeloos en ons steenkoolengels klinkt perfect. De winst die we boeken in tijd is mooi meegenomen en kan besteed worden aan liefhebben, zonnebaden, dutjes doen en stukjes schrijven plus tekenen voor ons blog.

Geen vuiltje aan de lucht dus, zelfs geen vlieg of mug die tegen de lamp knalt.
Ons winkelmarchandise arriveert min of meer klokvast, ons eten en drinken komt op de drempel van onze living aan. Ik kan het iedereen aanbevelen, laat u luxueus dienen beste lezers en investeer plaatsvervangend in tijd en aandacht voor uw amoureuze aangelegenheden.
Tot hier mijn promopraatje voor Delhaize. Want de laatste keer is er helaas iemand een dwaze polonaise komen dansen bij ons. De afspraak was om te leveren tegen 13 uur. Een kwartier op voorhand kregen wij een bevestigend bericht: de chauffeur reed onze richting uit. Maar een half uur later was er nog niemand opgedaagd, drie kwartier later evenmin. Het afgelegde traject van betrokkene liep naar Heverlee, daarna naar Haasrode, vervolgens ging het naar Bierbeek, steeds maar verder weg van onze bestemming in Leuven. Dat konden wij perfect volgen op het computerscherm, want Delhaize voorziet in een routeplanner voor zijn klanten. Het woord is gevallen: klantendienst! Mijn geliefde belde hen toch wat ongerust op. De dame aan de desk sloofde zich meteen uit in excuses, deed de wildste veronderstellingen waarom de besteller steeds verder afweek van ons adres. Ze benadrukte meerdere keren dat zoiets haar fout niet was, evenveel keren bood ze ons een compensatie aan en ze maakte ons meer dan duidelijk dat zij zelf verkoos om de bestelling te annuleren, probleem opgelost en einde gesprek, zo dacht ze toch. Dat was buiten Nathalie gerekend, die beet zich zachtjes vast in de zaak en opperde doodgewoon: misschien kan u de dispatching contacteren om te informeren wat het probleem is bij de chauffeur, daarna kan er – wel tot onze spijt, gans ons dagschema lag overhoop, liefde gelukkig intact – een uitgesteld tijdstip van levering vastgelegd worden. Daar had de klantenmadam zelf nog niet aan gedacht, dus danig uitgeteld en volledig uitgeluld ging ze hiermee akkoord. Twee minuten later hadden we een nieuwe afspraak: ten laatste tegen 16 uur zou de besteller langskomen. Wij gingen willens nillens akkoord, toch een eerste dikke schoonheidsfout klaagde ik tegen mijn vrouw. Kalmeer man, troostte ze mij, ik kreeg een schouder om op te leunen van haar, de rest van haar mals beschikbare lichaamswinkel mag ik hier niet vermelden.

Ruim na 16 uur, dikke drie uur later dan aanvankelijk voorzien, bood de leverancier zich aan.
Het bleek een uit de kluiten gewassen jonge kerel te zijn die meteen met de brutale deur in huis viel. Hij leek erg gehaast, had blijkbaar geen tijd om goeiendag te zeggen en verontschuldigde zich helemaal niet voor het feit dat hij onze taal niet sprak. Zijn excuses om zoveel over tijd te zijn waren evenmin onbestaande, dat moest hier blijkbaar vooruitgaan – volgens zijn exclusief persoonlijke planning – want hij deponeerde (smeet bijna) onze bestelde goederen pardoes voor mijn voeten. Daarna werd ik zonder boe of ba verondersteld van te betalen, dat maakte ik op uit zijn vrank uitgestoken hand – geen nobel gebaar – met het geldkaske om af te dokken.
Pardon, heb ik toen gezegd, mag ik misschien een uitleg krijgen waarom u zonder te verwittigen en zonder enig vertoon van schaamte hier zoveel uren te laat aankomt. Wij zijn toch uw klanten, verduidelijkte ik hem, wij hebben een contractuele verbintenis met uw werkgever Delhaize, op een indirecte manier betalen wij u toch. Alles in mijn beste Frans, n’est-ce pas.

Toen ontplofte die gast, plots hoorde ik dat onmiskenbaar Arabische accent, die Marokkaanse verontwaardiging. Of ik niet besefte dat hij die dag 15 leveringen te verrichten had, dat hij al van 5 uur ’s morgens uit zijn bed was en thuis 3 kinderen had en daarbij nog een vrouw om te onderhouden? Ik antwoordde rustig dat zijn gezinssituatie hier misschien niet ter zake deed en dat ik ook geen affaire had met zijn te beperkte nachtrust. Ik benadrukte nogmaals de gemaakte afspraak, die voordien steeds onberispelijk gerespecteerd werd, dus wat was dan zijn specifieke probleem om hier vierkant en zelfs vrij onbeschoft zijn voeten aan te vegen?

Gij zijt een dikke racist, tierde hij in zijn Noord-Afrikaanse Frans. Gij hebt geen greintje respect voor mij, brieste hij verder, onmens dat ge zijt, ik ga klacht tegen u neerleggen bij de politie. Hij ging een tijdje als een onbeheerste wildeman te keer. Ik zei hem dat ik zijn werkgever op de hoogte zou brengen van zijn wangedrag. Daar had hij slechts een wrange schaterlach voor over, die van de bureau konden zijn kloten kussen, die luierikken zaten nooit vast in de circulation zoals hij, hij moest altijd zijn plan trekken en dat deed hij volgens zijn eigen goesting. Voilà.

Ik opperde nog behoedzaam dat er in ons land misschien wel andere wetten en gewoontes gelden, dat een stricte planning en een correcte timing deel uit maken van ons maatschappelijk en economisch bestel. Hoongelach was mijn deel, ik zag een losgeslagen volbloed Arabier die wild en woest trapte op onze nationale zeden en tradities. Ik droop wat triest maar vooral plaatsvervangend beschaamd af, waar was het eerbare land van onze vaderen gebleven?

Niet aan de overkant, stelde ik vast, want een buurvrouw stapte de gang op en gaf mij de volle lading. Want getrouw aan haar rood-groene gedachtengoed kwam zij zich moeien met een reprimande in mijn richting: ik was de racist die de Noordafrikaan gediscrimineerd had. Hallo moeder, voelt ge u niet goed? Met een laatste restje zelfbeheersing kon ik zwijgen, mijn gedachten vertelden me het volgende: waarom zijn linkse mensen meestal zo lelijk? Ik gaf mezelf een mogelijk antwoord: wie lijdt onder zijn lelijkheid, wordt sneller links, om te kunnen fulmineren en protesteren tegen de wereld van mensen die wat succes nastreven en mogelijks bekomen. De lelijkerds haten hun knappere evennaaste, hun mensenhaat is terug te brengen tot zelfhaat. Dat was daar ter plekke mijn pertinente stelling ter verdediging van mezelf tegen dat seksloze mormel. Later op de avond kreeg ze de bolwassing van haar leven, mijn geliefde stapte fier bij haar binnen en maakte korte metten met haar aanstellerigheid tegenover mij en haar culturele collaboratie met een nurkse Marokkaan die hier een vals nummertje had opgevoerd. Ik heb nog nooit iemand zo zien verschrompelen als dat onnozel wicht met haar pretentieus gezicht van leuk kosmopolitisme, een aseksuele hobby. Maar op het tegenovergestelde had ze wel gehoopt: lekker neuken met die halve neger. Mijn revanche is er zoals steeds wat over. Ach, en dan, het ging hier toch om de handhaving onze Vlaamse beschaving.
Dat is me soms een tikkeltje overacting waard. Voor het te laat is.