Gisteren toerde ik met de fiets door Leuven, toen ik plots zwaar in de remmen moest. Een meisje met een hoofddoek op stak onverhoeds de straat over. Ik reed op regelmatige wijze op het duidelijk afgebakende fietspad en kon haar met een razendsnelle zwenking ontwijken. Ik raakte haar nog even, met de rechterelleboog schoof ik langs haar moslimkleed.

We waren beiden in dezelfde mate verschoten. Het was alsof zij zich net niet aangerand voelde, ik kon nog juist vermijden dat ik op mijn smikkel ging. Ik ben van nature geen cultuurrelativist, dus dacht ik dat hier het Belgisch verkeersreglement gold, en niet de wetten van de straatsharia. De jonge moslima deed daar ook niet moeilijk over, ze lachte verlegen en schuldbewust. Ze zei drie keer sorry meniere, daar kon ik mee leven. Het ging geenszins om een soft-terroristische aanslag op mijn Westers fietspatroon. Het in kleren-als-gordijnen verpakte meisje had eigenlijk geen zicht om zich heen en zelfs geen twee oren naar het stadsverkeer. Ze droeg een smartphone in haar hoofddoek en zo liep ze Arabisch ratelend door de straten. Dat valt voor, dat is in wezen niet verboden, hoogstens onvoorzichtig. Ten tijde van de prediker Mohammed waren er nog geen fietsen, daarom spreekt de Koran zich hier niet over uit. En voor de rest is het heerschap Allah misschien niet thuis als over dit soort omgangsstructuren prangende voorransgsvragen worden gesteld. Zie onze eigen Goddelijke drievuldigheid  die al eeuwen uitblinkt in afwezigheid bij intermenselijke stads- en wereldproblemen.

Alle gekheid op een stokje (ik wil de Profeet ook niet beledigen), de timide moslima en ik namen afscheid op een aimabele manier. Het was een kortstondige symbiose tussen een absolute islam-religieuse en iemand die alleen in de puurste liefde gelooft. Er waren geen gewonden, haar verschoningen volstonden.

Een half uur later ben ik op wandel met liefzoon Barry. Ik leer hem zijn nieuwe omgeving kennen, we lopen langs het Kasteel van Arenberg, komen daarna voorbij het Sportkot en keren terug naar ons vertrekpunt via de residentiële wijken achter de Sint-Lambertuskerk in Heverlee. We moeten nog één zebrapad oversteken en dan is onze tocht rond. Ik loop voorop, kijk even achterom en zie slechts een niet zo nabije bakfietsrijder. We zetten onze oversteek veilig in, Barry braaf naast mij.

Plots worden we overstelpt door het losgebarsten gekijf van een blijkbaar razende man: de… bakfietspiloot, gehuld in zijn plastieken harnas van felle fluo en met een indrukwekkende onsexy helm op zijn rood kolerieke kop. Die kerel gaat tekeer alsof hij pijnlijk in zijn gat gebeten is, wij hebben hem zogezegd de weg afgesneden. Dat had hij daar op die plek nog nooit meegemaakt, hij roept en scheldt alsof wij ons op zijn privé-autostrade hebben begeven. Onnodig te vertellen dat zijn ontplofte profiel, met rondtollende kikkerogen, echt niet om aan te zien was, hij was niet bepaald moeders mooiste. Ik kon niet meteen uitmaken tot welk neo-stalinistisch filiaal, gekke woke brigade of ontmande genderminoriteit hij behoorde, maar etnisch-ethisch wou ik me van hem distantiëren.
Met zulk inferieur ras van razernijgasten wil ik niets te maken hebben. Uitroeien die brulboeien! Dit was een gedragsmatig aangetaste monsterman die mismeersterd leek (voor het leven!) in de roodgroene apotheek van de linkse roeptoeters.

Barry keek lichtjes bedenkelijk, wat een rare wereld leek hem dat: de zogenaamde zorgzamen van het alternatieve veld zetten zonder voorkennis in op het geweld van de taal tegenover compleet onbekenden. Ik legde hem verder uit dat het hier om een soort van morele superioriteit ging die de modale Vlaming vreemd is. Het zijn vooral de kosmopolieten die zich dat permitteren, zoals zij omgekeerd dan weer een heilig respect hebben voor de islamfanatici. Kritiek op jonge moslimvandalen krijgen zij niet uit hun strot, maar schoppen naar de gewone burgers die zogezegd een poot verkeerd zetten, olala. Wat een zwaktebod was dat.
Ik dacht al met snelle heimwee terug aan mijn recente ontmoeting met de jeugdige moslima, ze was vroom maar ook beschaafd.
Een verademing tegenover de progressieve sociaal gehandicapte, die links verrot gedraaide hansworst.

Nog even en de gecultiveerde moslims komen ons koloniseren. De vicieuze cirkel zet zich in beweging: zij wederbekeren ons.

 

2 reactie op “Fietsfilosofieën – 8 januari”
  1. Zo zie je maar, Omer: de ene moslim(a) is de andere niet. Zoals de ene blanke – sorry: witte – de andere niet is.

Reacties zijn gesloten.