Wij wonen hoog en droog in onze wolkenwoning. Wij kunnen de hemel raken en de lucht kussen, sterren plukken en verzaken aan de aarde onder ons (indien nodig). Maar we gaan ook graag dansen en fietsen, we ontmoeten overal lieve mensen en we bezoeken FB-vrienden die zich willen vergewissen of we in het echt bestaan. Inderdaad, we zijn mensenstervelingen, geen engelen, ondanks mijn angelieke geliefde.
Om met de voetjes op de begane grond te komen, op het gelijkvloers van onze blok, gebruiken wij de lift, tenminste als dat vehikel functioneert. Om de zoveel weken blokkeert dat spel, dan staan wij geparkeerd in ons hemelhuis. Er zijn slechter plekken om te bivakkeren, maar wij overleven niet alleen op de liefde, tussendoor doen wij ook boodschappen en dragen wij vooral zorg voor een zoon. Dan dalen wij af langs de trap, da’s een makkie, de weg terug – van min 1 naar plus 9 – is minder leuk.
Zodoende bellen en mailen wij ons soms onnozel naar de blokbeheerder (Bries), de ombudsjuf (Miet), de syndicus (Riet), de huisbewaarder (Piet), de liftfirma (Vlieger) en hun technische dienst (Vliegjes). Het is een allegaartje van mensen dat ons, tja, stilaan beginnen te verwensen, gelukkig stiekem, achter onze rug, zodat we mekaar met strakke grimassen (grimlachend) kunnen blijven aankijken. Wat is het toch heerlijk om een schizofreen te zijn, zong in de jaren ’70 een Hollandse volkszanger die – in het laatste couplet van zijn opgespleten leven – vrolijk zelfmoord pleegde.
Om een uitzichtloos verhaal kort en krachtig te maken: als onze lift plots stilstaat, treedt er tegelijkertijd bij Bries & Piet & Miet & Riet een grote en berustende overgave in, niks bougeert nog in hun holle hoofd. Hun slappe handen liggen werkloos in de schoot en hun benen lijken geparalyseerd. Ze steken de koppen bij mekaar, ze overleggen pas morgen of overmorgen, ze beleggen afspraakjes en werkkransjes, ze zorgen perfect voor de impasse. Meneer Bries geraakt pas echt op gang (op drift) als ik hem beheerst op zijn plichten en verantwoordelijkheden aanspreek. De dames Miet & Riet verkiezen een alternatieve werkwijze, ze propageren het nut van rust (stilstand) in de communicatie en prefereren horizontale interactie en zijdelingse gesprekspartners (langs de trap) zolang de lift blijft zwijgen.
Ik wijs hen allen nadrukkelijk op de urgente noodzaak van verticale vordering (lift stijgt), maar dan roept zotte Piet plots: zwijg jong, het ben ik die betaald word voor de verdere opgang (lift omhoog).
Zo ruist er voortdurend van alles (vooral ambras) door het struikgewas van de trappen.
Wij trappelen dus al een week ter plaatse. Miet & Riet berusten, zij zijn bewust (zogezegd onthecht) zen en hebben reeds jaren de Kama Sutra ingeruild voor een sussende cursus yoga, ogen gesloten voor problemen en beentjes dicht als verhitte mannendiertjes zoals Bries en Piet zich aandienen. Het is een bonte mengeling van mensenbeestjes, een grillige mix van apathie en egomanie, een cocktail van onverschilligheid.
Tien jaar geleden stond diezelfde lift eens stil, gedurende bijna 1 uur. Vijf bewoners zaten opgesloten, waaronder een baby’tje van een paar weken. Na een tijdje ontstond er zuurstoftekort, de boreling raakte in ademnood. Die pechhebbers zaten geblokkeerd, op mekaar gepropt in een enge ruimte van 1 (één!) vierkante meter. Als door een wonder zijn er geen gewonden of doden gevallen…
Dat proberen wij met aandrang duidelijk te maken aan het verenigde viertal Bries & Miet & Riet & Piet. Zij repliceren (snel!) dat ze gegriefd zijn, zeker als ik hen alerteer op mogelijke calamiteiten, inclusief enquêtes van politie en parket, mogelijks met een staartje voor de rechtbank. Van een strafbare inbreuk als schuldig verzuim liggen zij voorlopig niet wakker, zij slapen voort als bewusteloze onschuldigen, ze wonen bijna allen beveiligd op het gelijkvloers. Of een lift nu rijdt of niet rijdt, stijgt of daalt, hapert of stilvalt, het zal hen een zorg wezen, ze verschansen zich in hun immobiele biotoopjes. Bries specialiseert zich verder in (jawel) briesen als ik hem blijf lastigvallen, Miet & Riet liggen plat en relax op hun matje (alle sensoren afgesloten), Piet bekwaamt zich dagelijks in dikke pinten drinken, hij is liefst dronken als ik hem kom storen. Maar de lift, die wacht doodstil.
Nathaliefje en ik onderhandelen op eigen initiatief – van op ons wolkenoptrekje – vlijtig verder met de firma Vlieg & Vliegjes. Wij opteren dringend voor een lift die rijdt én veilig is. Alles is begonnen met een schurend geluid, er zat steeds meer ruis op de bewegende delen, tot het zaakje plots blokkeerde, gelukkig zonder inzittenden, wat een geruststelling, achteraf toch.
Maar vooraf wisten Bries & Miet & Riet & Piet hiervan. Wij stuurden hen preventieve mails, telefoneerden en schreven brieven. Wij gaan onverdroten door, wat zij nu weten, zal hen deren op den duur.
Het is hun beheerders- en burengeweten dat wij willen laten schuren. Desnoods valt hun botte hart maar even stil.
Hun robotmotor mag van ons pas terug bewegen als onze lift weer zonder risico’s bougeert. Opgelift staat netjes!
Mijn relaas kan overtrokken lijken voor de onervaren lezers, maar ik ben helaas een ervaringsdeskundige.
Zie mijn eerdere pijnlijke liftperikelen https://nathanjuda.be/13-maart-lift/. Dus als preventie: de pres erop!