Wij zijn onlangs naar een voorstelling van theater Bordoni geweest, een eenmansstuk dat kan bekeken worden in het naburige Lubbeek, heel exclusief, enkel op afspraak. Het betreft een lokaal huistoneel dat ongeveer 4 uur in beslag neemt, maar adembenemend is het wel.

In een imposant landhuis, omkaderd door een tableau van bossen, even hoog als diep verborgen in de majestueuze natuur, woont onze turbulente kunstenaar, samen met zijn stille muze. De wonderlijke man draagt de voor Vlaanderen ongebruikelijke naam van Tomasso (zeg zeker niet Tom of Tommeke, daar leent zijn manifeste noblesse zich geenszins voor).

Tomasso Bordoni is een vestimentaire artiest, hij levert kunstkleren op perfecte maat, specifiek voor mannen. Het gaat om pakken, hemden, dassen, broeken en schoenen, alles volgens de klassieke snit. Het handelsmerk van de zaak is de traditionele degelijkheid, Bordoni is bij manier van spreken tegen de mode gekant, zijn zakenmotto klinkt als volgt: excentrieke soberheid en extravagante deftigheid. Tomasso vindt de schoonheid van een stijlvol verleden terug uit, hij herontdekt een verloren gegane klasse van mannen die galant zijn voor hun partner, die zich extra netjes kleden om hun entrée te maken in een wereld waar de esthetica weer op het voorplan troont. Bordoni staat voor een terugkeer naar de uiterlijke adeldom, geschraagd door een haast aristocratische binnenkant, een dubbel ideaal, zijn kleren vragen om een strakke communicatie met het hart. Het merk verdraagt geen wanklanken.

Olala, hoor ik sommige lezers brommen, dit is reclame, een promo-praatje. Inderdaad, dat is het ook, maar het gaat tegelijk om een te rechtvaardigen zaak. Wij ontdekten Tomasso Bordoni (33) via een artikel in ’t Pallieterke, daarna hoorden wij hem op een podcast van PalNews. De man bleek onlangs de Kilimanjaro beklommen te hebben in driedelig pak, een stunt die hem de nodige publiciteit opleverde, voordien zat hij reeds in de VRT-reeks Jonge Wolven. Hij hanteert misschien een uitgekiende mediastrategie, maar dat maakt tevens deel uit van het genie van deze klerenartiest. Bordonie is anti-mode, maar integraal pro-show.

Nathaliefje houdt van schoon gerief in huis, zij is tuk op stijl, zij draagt in zich de kiemen van een totaalartieste, zo’n straffe stilist als Bordoni weerklinkt als muziek in haar oren. Binnen de kortste keren belegde zij een afspraak bij deze theatermodeman. Ik zei niet nee, ik had samen met haar nog wel wat ideeën over bijvoorbeeld vestjes die nergens in de reguliere confectie aan te treffen zijn. Vandaar de contactname, de sprong van Leuven naar Lubbeek, sinds Bordoni niet enkel de baronie van burgemeester Francken.

Tomasso was razend enthousiast (reeds aan de telefoon) dat wij op zijn pad waren gekomen. Dus wij werden van harte geïnviteerd bij hem thuis, in zijn landkasteel. Terzijde, wij zijn niet zo onnozel om te negeren dat hier een prijskaartje aan vasthangt, maar pure kunst mag een centje kosten, geld mag voor ons graag rollen als het om de unieke combinatie van exclusiviteit en schoonheid gaat. Wij zijn tegen alles wat goedkoop is, maar als er een ziel zit in de dingen, zelfs in kleren, zijn wij verkocht.

Ter plekke maken wij kennis met een wervelwind, een hyperenergieke kerel die de verbale hoogstandjes los uit de mouw schudt, tegelijk een hilarische stemmenimitator en een improviserende huiscabaretier die ons aanvankelijk doet vergeten dat zijn métier eigenlijk kleermaker is, de beste van het land (zoals hij zelf herhaaldelijk zegt, zonder ironie of schroom). Tomasso vertelt ons in een theatrale notendop het verhaal van zijn jonge leven, bevattende volgende kruidige ingrediënten: zijn zuiderse wortels in Turijn, een aangeboren passie voor klassieke pakken, totaal ongeschikt voor school, een rusteloze jeugd met onderdak in kraakpanden, een eerste handelszaak als jongvolwassene, meteen extreem commerciële successen en evenveel faillissementen (vooral uit onwetendheid met fiscaliteit), oneindig aantal keren verhuizen wegens steeds weer kriebels aan het gat (inclusief neerstrijken in Vietnam om daar rap een fabriekske op te richten), en dies meer. Op die rollercoaster manier stapelen zijn miljoenen zich op en gaan ze nog sneller verloren aan wilde feestjes waar het geld en de libertijnse pret vrolijk rock ‘n rolt,  een eindeloze carroussel van extra-zakelijke hoogstandjes afgewisseld met de voorspelbare afgang door… het grote gat in de hand (dat is zijn eigen diagnose).

Wij luisteren ademloos naar deze geniale gast, dit is een ondernemer pur sang, een meer dan hoogbegaafde zakenman annex artiest, hier zit een een goeroe of godje dat de wereld wil onderwerpen aan zijn goeie smaak voor kleren. Tomasso werkt met een ganse hofhouding, gaande van zijn liefdesvrouwtje thuis (de hem op zijn wenken bedienende Linsey), gevolgd door zijn hovelingen van een gigantische administratieve dienst, met daarnaast ontelbare logistiekers en techniekers, met inbegrip van een keure aan kleermakers tot een ganse fabriek met meer dan 100 arbeiders in Marrokko.

Tomasso houdt zich enkel bezig met de directe verkoop en de public relations, hij ontvangt de klanten en meet hun maten op, lintmeter om de nek, als een lasso om ons binnen het gareel van de klassiekers te houden. Traditie is zijn stokpaardje, en naar hij zelf pretendeert: zijn hang naar normen en waarden. Wij willen graag meegaan in dit verhaal, het esthetische verlengen met een ethische dimensie. Bordoni, tot bewijs van tegendeel, verdient bij ons een legitieme kans.

Tomasso betoont zich zelfs kwetsbaar, hij geeft zijn complete onmacht toe om met de centen om te gaan, hij bezit geen bankkaart noch andere snufjes op de smartphone om vlug te betalen. Hij heeft zich onder financieel toezicht van zijn mama en partner Linsey laten zetten, ter veilige preventie, zij beheren per volmacht zijn bankzaken. Nog iets, hij tolereert geen bedrog of leugens, wie zich zoiets tegenover hem permitteert, die vliegt stante pede aan de deur.
Hij vertelt ons nog meer over zijn strict private evangelie: medewerkers moeten loyaal zijn, hij duldt geen enkele vorm van profitariaat, bij Bordonie is het zonder zeveren werkendag, niet te veel zagen of kniezen en liever geen ziektebriefjes. Zijn individuele (ontzettend hoge) werktemperament verdraagt geen prutsers in zijn buurt, dan ontploft hij, een explosie (op zijn Italiaans, jawel) waar hij zich liever niet voor excuseert. Baas Tomasso is te nemen of te laten, hij lijkt wel de heruitvinder van het kapitalisme in zijn zuiverste vorm.

Wij gaan u nog verder op de hoogte houden van deze zakenman-entertainer-artiest. Hij heeft ons de maat genomen, wij wachten op de afwerking. Zal hij zijn woord houden op alle fronten en ons geen affront aandoen? Oppassen met plotse betovering, zeggen wij tegen ons zelf, niet te snel met bewieroking, maar Tomasso Bordoni lijkt ons van een nooit geziene oorspronkelijkheid, een vestimentaire kunstenaar buiten categorie. Dit wordt een verhaal in episodes, het vervolgt als ik verder ben aangekleed, door hem.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *