Er bestaan nog maatschappelijke eco-systemen, vooral in de commerciële ondernemerswereld, waarin alles picobello verloopt, zonder inbreng van een betuttelende overheid en hun dwingende apparatuur van strakke regelgeving. Zulke privé-organisaties kennen hun eigen interne codes en strikte gewoontes, ze staan los van opgelegde staatsprogramma’s en zeverpraatjes over duurzaamheid en inclusie, ze passen dat vanzelf en zoveel beter toe dan de goeroe’s van inzonderheid het socialisme (of erger nog: het communisme) hen kunnen voorschrijven. In zijn kern heb ik het hier over het uitgepuurde kapitalisme, zoals dat in zijn zuiverste vorm wordt toegepast in de beste danszaak van Vlaanderen! Lees graag verder over het verrassende en het innoverende van wat eigenlijk een heerlijke vintage onderneming is.
In onze thuisdancing De Kroon in Scherpenheuvel kan of “moet” iedereen zijn plaats kennen, letterlijk. Dat klinkt wat bot en het is nogal scherp geformuleerd, maar uiteindelijk komt het ten goede aan alle bezoekers. Het is een erg aangenaam en zelfs elegant fenomeen waar wij in het begin – zo’n drie jaar geleden – niks van begrepen. Wij zochten kriskras doorheen de zaak naar een vrij zitje of een comfortabele staanplaats, maar toen snapten we nog niet dat er een onuitgesproken maar schone orde heerste in de grootste danstempel van het Vlaamse land.
Ondertussen hebben wij ons al lang aangepast en wij verstaan nu dat je als danskandidaat best rekening houdt met die oude traditie. Niet iedereen strijkt er zo maar om het even waar neer, “ken je liefste plaats en respecteer tegelijk die van een ander”.
Het klinkt er bijna als een bijbels gebod, én als bij wonder: het functioneert perfect. Ook de bazen steken hierbij een handje toe en regelen bij manier van spreken het menselijk wenselijk verkeer, opdat iedereen op zijn eigenste stek terechtkomt: links of rechts in de dancing, vooraan of achteraan, aan het venster of in de middenstrook, rechtstaand aan de toog of op een hoog zitje pal in het midden, net naast de dansvloer of in de dichte buurt van de discobar… er is voor elk wat wils qua plek, maar je moet er als bezoeker mee voor zorgen dat er structuur blijft in het systeem, want het zorgt voor een wonderbaarlijk mooie orde. Via deze ongeschreven maar traditionele wijze van zetelverdeling valt alles er finaal vlekkeloos op zijn danspootjes: we zitten en staan (of hangen) er allemaal op een manier die ons behaagt, we weten (én respecteren) er onze meest aangewezen plaats, we genieten van ons uitzicht op mekaar, we kennen er onze buren en lopen langs bij zij die verder hokken en huizen, we kloppen aan bij de overkant en dwarsen gans de zaal om goeiendag te zeggen aan iedereen die we tegenkomen, het is een grandioos systeem van ordentelijk aanwezig zijn en niet als nomaden permanent te verhuizen, laat staan als clochards ons voeten te vegen aan de regels door ongevraagd op onvoorziene plekken neer te ploffen, neen, wij hebben allemaal onze min of meer gefixeerde mini-locatie, er ontbreken nog net naamplaatjes of plaatsnummers om de praktische regeling te bekrachtigen, maar eigenlijk hoeft dat niet, de bezoekersgilde loopt vanzelf in het gelid en past er toe wat sinds vele decennia als erecode in deze danskathedraal geldt: neem plaats daar waar uw dansbestemming vastligt, dat is uw lieve lot, hou op die manier de zittende of staande traditie in ere, zo zorgt u best voor uzelf en uw medemens. Wiebel of wiggel liever niet met uw grillen en plotse invallen om stoelen, taboeretjes en tafels te verschuiven, zo raakt u aan de vastgelegde ordeplicht en voor u het weet, bevindt u zich buiten, op het grind van de parking, daar kan u zich dan enkel nog amuseren met uitlaatgasmuziek van de wagens, de aardse ondergrond is er ook minder geschikt voor hemelse danspasjes, u ziet en kiest maar.
Zo zijn mijn geliefde en ik uiteindelijk beland in het uiterste compartiment aan het uiteinde van de zaak, wij zitten er een beetje verdoken, in ons boudoir zoals Nathalie het noemt, wij koesteren er onze intimiteit, ons innig samenzijn en ook een tikkeltje onze privacy, maar wel met het wervelende zicht op een paar honderd vrolijke dansers. Soms springen er mensen ne keer binnen, soms lopen wij langs bij anderen, maar meestal genieten wij er van het drukke danspanorama, waar wij om de zoveel nummers met ons gat schuddend deel van uitmaken. Telkens weer beseffen wij hoe goed wij het daar hebben, in die feeërieke “net en pret” wereld van swing en rock&roll, van slow en quickstep, van wals en andere dansen om ritmisch uit de bol te gaan, of verstrengeld maat te houden, wij zijn er in een opperste symbiose verenigd als man en vrouw.
U zal zich misschien afvragen: wat dan met de nieuwkomers, hoe moeten die mensen “hun plaats kennen”? Wel, dat is de grote verdienste van de drie erg inventieve uitbaters, zij loodsen onbekende gezichten naar een vrije plek die zij instant en creatief bedenken, niemand wordt er aan zijn lot overgelaten, het is er een dancing business waar men voor iedereen een zitje vindt – je krijgt zelfs een plaats op een verhoog als je nog meer niveau wil… grapje hoor – maar het kan nog straffer: orkestmeester Frans, de grote opperpriester van onze danskerk droomt van een “schoon verdiep” er bovenop, dat zou dan opgefleurd en ingekleurd worden met rode en roze fluo-lampen, schaarse verlichting voor zwoele zielen, zoals zij die er nu nog in hun tijdelijke… boudoir vertoeven. Wij zien alles zitten, als het maar behaaglijk en gerieflijk aan een tafelvaste plaats is, en zolang wij daar van de bazen graag mee over mogen beslissen. Leve deze ordentelijk georchestreerde en elegant gesystematiseerde manier van swingende vrijetijdsbesteding.
Wat je zeker nergens als welkomstcadeau krijgt in het uitgaansleven, maar wél in De Kroon, is volgende warmmenselijke en exclusieve attentie: mede-uitbater David doet steevast zijn ronde onder het publiek en begroet elke aanwezige persoonlijk, de dames met een discrete zoen en de heren met een joviale handdruk, eleganter kan echt niet, dit is toch de meest respectvolle benadering die een klant zich maar kan wensen, zelfs als het om een paar honderd mensen gaat, komt iedereen op dezelfde hoffelijke manier aan de beurt, zulke geste staat symbool voor de specifieke “couleur locale” van deze topdancing, het swingende Kroonjuweel van Vlaanderen.
Dancing De Kroon blinkt als een dansbasiliek met glitters en praalt als het trotse icoon van onze onafhankelijke dansbeschaving. Meneer pastoor, noch diens grote baas God, noch enige minister of staatsgebod worden er erkend, er heersen gelukkig wél wat strikt gehanteerde maar erg vriendelijke leefregels die als het gedroomde evangelie gelden voor een wonderschone volkscultuur.
PS: Uiteraard heb ik deze column voor een groot stuk een karikaturale vorm gegeven, met wat ironie en een paar knipoogjes. Maar het neemt niet weg dat ik steeds weer de natuurlijke drang van de mens ervaar naar gestructureerde vrolijkheid. Dat moet helemaal niet van overheidswege opgelegd worden, zeker niet zoals dat de gewoonte is bij groen-rood-linkse staatsinstellingen. De Kroon is het perfecte voorbeeld dat zoiets ook vanuit de basis kan, vanuit het gewone volk dat meespreekt, daarin bijgestaan door slimme bazen die perfect weten wat de klanten willen: de combinatie van netheid en plezier of de mix van orde en jolijt. Daarin schuilt het uitzonderlijke recept om van deze vintage dancing het uitverkoren oord voor plezante schoonheid te maken.