Veel Arabieren en Joden hadden zakelijke relaties, en vaak kwamen zij ook bij mekaar over de vloer. Zoals Abarbanel en zijn vrienden. Deze twee volken hadden immers zoveel met elkaar gemeen: zowel de Joden als de Arabieren waren, elk op hun eigen manier, in de loop van de geschiedenis het slachtoffer geweest van het christelijke Europa. De Arabieren waren vernederd door de koloniale grootmachten en waren schandalig onderdrukt en uitgebuit, en de Joden hadden generaties lang geleden onder verachting, uitstoting, vervolging, verdrijving, afslachting, en tenslotte een volkerenmoord die zijn weerga niet kende in de wereldgeschiedenis. Twee slachtoffers van het christelijke Europa, zei Sjealtiël altijd, was dat geen stevig historisch fundament voor een relatie van sympathie en begrip tussen hen?