Bibliotheek-artikel

De concentratiekampen en de geïnterneerden (R. Buelens – 1970) 1

Het concentratiekamp is niet alleen een luguber begrip, dat men als een onafscheidelijk aspect van het fascisme en het nationaal-socialisme moet zien, maar het concentratiekamp is a priori een conceptie van de mens, iets onbegrijpelijks dat groeit in ieder mens

Vreemdelingen in een wereldstad (4)

Uit ‘Vreemdelingen in een wereldstad’ (Lieven Saerens)

Hoeveel leden van de oorspronkelijke Joodse bevolking na de oorlog naar Antwerpen terugkeerden, is niet bekend. Een niet onaanzienlijk gedeelte verkoos in Brussel te blijven, waar ze tijdens de bezetting een veilig onderkomen …

Vreemdelingen in een wereldstad (3)

Uit ‘Vreemdelingen in een wereldstad’ (Lieven Saerens)

(…) En voor Israël J. Rosengarten was de tol zo mogelijk nog zwaarder: ‘Geleidelijk moest ik me erbij neerleggen dat, behalve ikzelf, niemand van onze familie nog in leven was.’
Voor sommigen kwam

Vreemdelingen in een wereldstad (2)

Uit ‘Vreemdelingen in een wereldstad’ (Lieven Saerens)

De uiterst geringe hulp van de Antwerpse geestelijkheid aan Joden wordt ook bevestigd door de lijst van negenennegentig ‘Ware vrienden in de nood’ die Ephraïm Scmidt in 1963 publiceerde. Op de erelijst kwam …

Vreemdelingen in een wereldstad (1)

Uit ‘Vreemdelingen in een wereldstad’ (Lieven Saerens)

De algemene radicalisering vond haar eerste hoogtepunt in de anti-joodse rellen van augustus 1939, die een hele menigte op de been brachten en die door zowat de hele Antwerpse katholieke pers werden getolereerd. …

De Jodenjagers van de Vlaamse SS

Uit ‘De Jodenjagers van de Vlaamse SS’ (Lieven SAERENS)

In het kader van de zogenaamde operatie Iltis werd in september 1943 ook de jacht op de Joden van Belgische nationaliteit ingezet. In Antwerpen werd in de nacht van 3 op …

Tranen onder het masker (Viv. Teitelbaum)

Testament van Abraham T. in 1943 (geboren Lodz 1911)

Wat de opvoeding van mijn zoon betreft, dienen de voogd en de eventuele familieraad volgende richtlijnen na te leven: mijn zoon zal weten dat hij Jood is en dat hij bij

Uit naam van al de mijnen (Martin Gray) 7

Ik was uit Treblinka ontsnapt, ik was in leven gebleven, en ik had mijn burcht gebouwd. Maar elke burcht is broos en tijdelijk. Ik ben nog steeds op weg: ik wil niet terwille van mijzelf leven. Wat heeft dat voor

Uit naam van al de mijnen (Martin Gray) 6

Ik nam de voorbijgangers nauwkeurig op, bestudeerde de passagiers in de ondergrondse, en las vermoeidheid en moedeloosheid in hun blikken. Zij lieten zich tot het eind van hun leven voortslepen, zij waren gebonden aan vaste tijden, aan vaste plaatsen, maar

Uit naam van al de mijnen (Martin Gray) 5

Misschien was mijn gok, mijn regel van alles of niets, een poging om te vluchten, een teken dat ik tot ongedurigheid zou gedoemd blijven. Ze deden de deuren op een kier, ik zag hun sombere woonvertrekken, de kinderen die zich