… al wat leeft, geeft blijk van tevredenheid, en het vee dat neerligt op het land lijkt in heerlijke, kalme gedachten verzonken. Een vredigheid die we vaker kunnen verwachten in dat onvervalste oktoberweer dat we kennen onder de naam Indian Summer. De dag, onmetelijk lang, rust loom over de grootse heuvels en warme, weidse velden. Na al die zonnige uren te hebben doorstaan, lijkt het leven lang genoeg te duren. De afgelegen plekken lijken niet eens zo verlaten. Bij de ingang van het woud wordt de verraste man van de wereld gedwongen afstand te doen van zijn stadse oordelen over groot en klein, slim en dom. Bij zijn eerste stap in dit gebied glijdt zijn last met gewoonten van hem af. Hier heerst een heiligheid die onze religies in de schaduw stelt en een realiteit die aan onze helden doet twijfelen. Hier treffen we de Natuur, zo werkelijk dat alle andere werkelijkheden erbij in het niet vallen, en die als een god een oordeel velt over eenieder die tot haar komt.